LTO Akkerbouw wil mestbeleid over andere boeg

Op de eerste vergadering van LTO Noord Akkerbouw van dit winterseizoen, woensdag in het Groningse Midwolda, ging Van Wenum in op de onderhandelingen voor het nieuwe mestbeleid. Onlangs hebben de vakgroepen Akkerbouw en Vollegrondsgroenten van LTO samen overleg gevoerd over voorstellen voor het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn.

Gevolgen voor klimaat

Het toekomstige mestbeleid zou volgens de LTO-vakgroepen minder gebaseerd moeten zijn op nitraatnormen en meer op de gevolgen voor het klimaat, de mogelijkheid om CO2 in de bodem op te slaan en om bijvoorbeeld mineralen in de bodem vast te houden.

'Het moet over een andere boeg. Er is behoefte aan meer ruimte en eventueel gedeeltelijke vrijstelling voor het toepassen van dierlijke mest en organische bodemverbeteraars', constateert Van Wenum.

'We moeten alles in het werk stellen om het organischestofgehalte in de grond en daarmee de bodemvruchtbaarheid op peil te houden. Dat draagt bij aan het geleidelijk afbouwen van het gebruik van kunstmest en overige niet-hernieuwbare delfstoffen.'

Geborgd systeem

Onder auspiciën van BO Akkerbouw werken de plantaardige sectoren aan een Kringloopwijzer. Het gaat volgens Van Wenum om een eenvoudig geborgd systeem waarbij op bedrijfsniveau de aanvoer van mineralen als koolstof, stikstof en fosfaat in balans wordt gebracht met de afvoer.

De voorgestelde equivalente maatregelen voor de akkerbouw zijn een eerste invulling voor een dergelijk systeem en dat geldt ook voor het principe van gewasderogatie, benadrukt de akkerbouwvoorman. 'Maar er zijn meer knoppen om aan te draaien voor een efficiënter gebruik van meer mineralen zonder extra belasting van het milieu', zegt hij.

Grondruil

Voordeel van gewasderogatie is volgens Van Wenum dat hoogefficiënte gewassen als wintergranen profiteren van een hogere aanvoer van organische stof. 'Door hetzelfde principe in de melkveehouderij toe te passen, ontstaan er meer mogelijkheden voor grondruil tussen beide sectoren.'