LTO: erfafspoeling voorkomen

Slechts een handjevol metingen. Dat is de basis zijn voor de wetenschappelijke onder­bouwing van de emissies door erfafspoeling, stelt het blad V-focus in het aprilnummer. Het roept de vraag op of de regels voor het voorkomen van erfafspoeling wel gebaseerd zijn op de juiste cijfers.
'Wij stellen vragen bij de representativiteit van de metingen', zegt LTO-medewerker Gerbrand van 't Klooster.
'Volgens onze specialisten is er sprake van een vertaling van uitkomsten van steekproeven naar een jaarrondsituatie. Dat geeft een vertekend en overtrokken beeld. Waterschappen moeten dat in hun conclusies meenemen.'
De waterschappen stellen dat de landbouw een belangrijke bijdrage levert aan de te hoge belasting van het oppervlaktewater. V-focus schrijft dat 'volgens de officiële cijfers van Rijkswaterstaat jaarlijks gemiddeld het equivalent van zo'n 8.000 kilo aan mest- en voerresten van het erf van een veehouderijbedrijf de sloot in spoelt'.
Volgens Jan Broos van agrarisch adviesbureau Broos Water gaat het de waterkwaliteitsbeheerders in eerste instantie om de lozing zelf. 'In de wet staat dat er geen vervuilende lozing mag plaatsvinden op het oppervlaktewater.' Dat is het uitgangspunt.
Maar de hoeveelheid afspoeling is ook relevant. Uit eerdere studies van de landelijke Werkgroep Erfafspoeling blijkt dat de hoeveelheid per bedrijf een grote spreiding laat zien. Broos nam destijds deel aan de studies van werkgroep. 'Het blijkt dat een klein deel van de bedrijven een groot deel van de vervuiling veroorzaakt.'

Veel gepraat

Van 't Klooster vindt dat de samenwerking tussen provincies, waterschappen en LTO beter kan. 'Er wordt veel gepraat, maar we kunnen met eenvoudige maatregelen flinke stappen zetten. Denk daarbij aan een eenvoudige subsidieregeling waarmee boeren investeringen kunnen doen om erfafspoeling te voorkomen.'
Die maatregelen zijn nodig om te voldoen aan de eisen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). 'Onder meer vanwege de onderhandelingen over het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn.'
ZLTO-bestuurder Gerard Nabuurs wijst op de reeks aan activiteiten die in LTO-verband worden genomen in het kader van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW). ZLTO organiseerde afgelopen maand bijvoorbeeld zes erfbijeenkomsten op rundveebedrijven om goede voorbeelden te laten zien. 'In mei doen we dat nog een keer op de erven van zes andere veehouders. We blijven dus zeker niet langs de zijlijn staan.'

Bewustwording

Nabuurs benadrukt dat boeren en tuinders zich bewust dienen te zijn van het feit ze hierin een rol hebben en dat ze medeverantwoordelijk zijn voor het resultaat. 'Met bewustwording en vaak ook simpele aanpassingen kunnen grote slagen worden gemaakt.'