'DAW legt initiatief bij boeren'

De Groot werkte twintig jaar bij de Dienst Landelijk Gebied, eerst als waterbouwkundige, later als accountmanager Landbouw. Hij was betrokken bij veel inrichtingsprojecten.
Door de opheffing van DLG is hij sinds 1 januari in dienst van het Kadaster, dat hem nu voor een flink deel van zijn tijd inzet om namens LTO het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer te leiden. De ervaringen opgedaan bij DLG zullen van pas komen in zijn rol als programmamanager DAW, stelt De Groot vast.
‘Ik ben er in de loop der jaren van overtuigd geraakt dat het beter is om in gebiedsplannen het initiatief naar je toe te halen en zélf plannen te ontwikkelen dan te reageren op de plannen van anderen. Je kunt beter je energie gebruiken om vooruit te komen dan om te verhinderen dat je achteruit gaat. Daarom spreekt het DAW me zo aan. Hier neemt de landbouw zelf het initiatief.’

Waarom is dit zo nieuw?

‘Er is een grote samenhang tussen de agrarische bedrijfsvoering, met name in het gebruik van erf, bodem, voer en gewasbescherming en het waterbeheer. Boeren en waterschappen hebben elkaar iets te bieden. Dat is een goede basis voor samenwerking. In DAW wachten we niet af met welke plannen het waterschap komt, maar nodigen wij het waterschap uit om in een bepaald gebied met ons aan de slag te gaan.
‘Belangrijk is ook dat de ministeries van I&M en EZ, de provincies en de Unie van Waterschappen het initiatief steunen en bijdragen leveren.’

Een grote rol is toebedacht aan de boeren en tuinders. Hoe krijg je die in beweging?

‘Een plan als dit, met de landbouw in de rol van initiatiefnemer, en op deze schaal, is nieuw voor LTO. Iedereen moet er de schouders onder zetten.
‘Het begint bij de landelijke en provinciale bestuurders van de LTO-organisaties. Bij hen ligt de rol om de afdelingsbesturen te stimuleren en ze in staat te stellen om de boeren en tuinders in hun gebied te mobiliseren. En om commitment te vinden voor het treffen van goede watermaatregelen. Zij moeten op zoek naar de door de agrariërs en het waterschap gewenste maatregelen in het watersysteem.’

Wat betekent de plannen voor ondernemers?

‘Belangrijk is dat ondernemers zicht hebben op hun mogelijkheden. Welke maatregelen kun je treffen om zaken te verbeteren? Welke effecten heeft de maatregel op de bedrijfsvoering en op het watersysteem? Wat kost het en wat levert het op?
‘Denk bijvoorbeeld aan het beperken en opvang van erfafspoeling, druppelirrigaties, ondergrondse waterberging en peilgestuurde drainages. Op de website www.agrarischwaterbeheer.nl staat een complete lijst.’

Moet je bij het ontwikkelen van plannen bij nul beginnen?

‘Nee, er is al veel kennis ontwikkeld en ervaring opgedaan in projecten als Landbouw op Peil, Goed Boerenerf, Salland Waterproof en nutriëntenprogramma’s in het kader van de Kaderrichtlijn water. Met goede voorbeelden en ideeën, verteld door collega-boeren en niet zozeer door wetenschappers, willen we de gesprekken ingaan.
‘Dat faciliteren we door middel van studieclubs, gespreksgroepen, excursies en een website met goede voorbeelden van mogelijke maatregelen.’

Wat heeft de projectorganisatie de boeren en tuinders te bieden?

‘In elke regio wordt een coördinator benoemd die de afdelingen en de ondernemers helpt bij het onderzoeken van de mogelijkheden en het op gang brengen van de gesprekken met het waterschap. Om vervolgens initiatieven te vertalen in projecten.
‘Vanuit LTO willen we de ondernemers zodanig faciliteren dat zij zich kunnen richten op hun bedrijfsvoering en het inpassen van maatregelen daarin. Voor de andere zaken kunnen ze gebruik maken van de beschikbare professionele ondersteuning.’

Hoeveel geld is er beschikbaar?

‘In het nieuwe Plattelands Ontwikkelings Programma (POP3) zit een enorm aandeel landbouwgeld. Provincies en waterschappen geloven in de aanpak van DAW. Zij zijn daarom bereid tot forse cofinanciering van door Europa beschikbaar gestelde budget.
‘Zo is er voor de DAW-maatregelen in Nederland tot 2020 zo’n 65 miljoen euro per jaar beschikbaar. Dus als we goede resultaten willen bereiken, moeten we nu aan de slag.’