Opkomen voor de melkveehouderij

Harm Holman schreef vorige week een opinieartikel in Nieuwe Oogst over het fosfaatplafond in de melkveehouderij. Hij stelde voor het ‘probleem Brabant’ aan te pakken. ‘Pijnlijk’, vindt Toon van Hoof.

Toon van HoofRuim veertig jaar geleden begon ik bij de agrarische jongeren als bestuurder en tot vandaag ben ik opgekomen voor de melkveehouderij. Altijd waren we melkveehouders, nooit was er sprake van verschil tussen Noord, Zuid, extensief of intensief. We zijn melkveehouders.
Vorig jaar is er tweespalt gezaaid tussen intensieve en extensieve melkveehouders. In het gevecht om de beschikbare ruimte worden groepen melkveehouders stickers opgeplakt en gestigmatiseerd om de politieke besluitvorming te beïnvloeden.
Nu heeft Holman het over het ‘probleem Brabant’. Hij wil diegenen aanspreken die het probleem volgens hem veroorzaken en heeft het over ‘daar waar nog ruimte over is’. Ik ben bang dat we hier niet uitkomen.
Als ik kijk naar de groei van de melkveehouderij, zat Brabant in 2014 onder het plafond van 2002. De drie noordelijke provincies zitten daar fors boven. Dus hoezo ‘probleem Brabant’? Ook het aantal melkkoeien per vierkante kilometer cultuurgrond in het Noorden is hoger dan in Brabant.
Ja, er zit veel intensieve veehouderij in Brabant. Ook weten we dat er 28 miljoen kilo mest wordt verwerkt en de over de grens wordt afgezet. Hoe gaan we dat mee wegen?
Verder heb ik vraagtekens bij de latente ruimte. Hoeveel ruimte heeft een veehouder met anderhalve koe per hectare en een excretie ver boven de forfaitaire norm ten opzichte van iemand met een hogere veebezetting en een lage excretie?
Is een ondernemer die een hoge veebezetting heeft en een goede afspraak met een buurman omtrent mestafzet onverantwoord bezig? Laten we wegblijven bij een discussie over de mogelijke herverdeling van de beschikbare ruimte.
De discussie gaat ook over milieuregelgeving of maatschappelijke wensbeelden. De burger vindt weidegang belangrijk, dus daar moeten we mee aan de slag. Maar stoort het die burger als de mest bij de buurman op het GDI-formulier staat?
Voor wie is de beschikbare ruimte? Ik ben bang dat we daar niet uitkomen. We hebben allemaal moeilijke keuzes gemaakt. Je hebt bijvoorbeeld land gekocht. Of je hebt een opvolger en daarom een nieuwe stal gebouwd. En dan de ondernemers die in een vergunningentraject zitten van jaren en nog niet hebben kunnen bouwen.
Al deze mensen heb ik ontmoet op bijeenkomsten of gesproken aan de telefoon. Zij maken zich, geheel terecht, zorgen over hun mogelijkheden. Ze delen hun zorgen over hoe deze situatie uitpakt en hoe ze daar dan mee om moeten gaan.
En dan lees je dit soort artikelen met ongenuanceerde meningen en ja, dan doet het me pijn om te zien hoe we met elkaar omgaan. Laten we dit doodlopende pad verlaten en zoeken naar wegen die wel oplossingen brengen. Is het überhaupt redelijk om verwerkte mest in het plafond mee te tellen? Dit was in 2002 niet voorzien.
We waren vroeger thuis met zeven kinderen. Als moeder vier koekjes had, deelde ze die in tweeën en dan had ze nog een stuk over.
Moeten we er niet zo snel mogelijk voor zorgen dat de koek groot genoeg is door allemaal efficiënter met fosfaat om te gaan? Alleen dan is er ruimte genoeg voor alle melkveehouders. En moeten we niet samen naar Brussel om de verwerkte en geëxporteerde mest uit het plafond van 173 miljoen kilo te halen?
Laten we in ieder geval stoppen elkaar in een bepaalde hoek te drukken. Dit levert alleen verliezers op.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
  • Dinsdag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer