Goed mengsel is en blijft maatwerk

Bekijk vaker het mengresultaat in de eigen mengkuip en niet alleen in die van de buurman. Dat is de conclusie die stagiair Sijmen Hoekstra bij Hoogland trekt na gemengd voeren op 22 melkveebedrijven.

Sjoerd HofsteeAfgelopen winterseizoen legde Hoekstra heel wat bezoekjes af aan 22 verschillende melkveehouders. De student van Hogeschool Van Hall Larenstein in Leeuwarden zocht in opdracht van handelsonderneming Hoogland naar antwoorden op vraagstellingen. Die vragen luidden: hoe goed wordt het voer in de mengwagens eigenlijk gemengd? En hoeveel extra voersaldo is er te behalen door het mengproces te verbeteren?
Hoekstra bezocht de bedrijven meerdere malen. Hij liep met de stopwatch mee, zeefde het mengsel op vier plaatsen aan het voerhek en scoorde de mest van koeien. Het laatste onderdeel, de mestscore, leverde voor dit onderzoek weinig op. Er werd geen verband gevonden tussen de mest en het type mengsel.
De tijd van mengen opnemen leverde wel enkele inzichten op. Zo bleek dat een zelfrijdende mengwagen sneller werkt en net zo’n goed mengresultaat kan afleveren. Dat komt doordat de frees de kuil luchtig in de mengwagen brengt.
Bij eigen gebruik door de melkveehouder rekent Hoekstra dat mengen 1,5 euro per minuut kost. Elke dag 5 minuten minder tijd verbruiken, scheelt dan 7,5 euro per dag. Vermenigvuldig dat met 365 dagen en een besparing van ruim 2.700 euro kan worden behaald.

Voer door de schudbox

Ook nam Hoekstra de schudbox ter hand. Een box met vier bakken waarbij de gaten of zeef steeds kleiner worden. De stagiair zeefde het voer aan het begin van het voerhek waar de mengwagen het eerste leegde, in het midden van de stal op twee plaatsen en achter aan het voerhek waar de wagen bijna leeg was.
Door de box steeds veertig keer heen en weer te schudden, werd de samenstelling van het mengsel inzichtelijk. Op basis hiervan werden op zestien van de 22 bedrijven aanpassingen doorgevoerd.
‘Over de hele groep gezien kunnen we niet keihard concluderen dat de opname beter werd door de doorgevoerde aanpassingen’, vertelt Hoekstra. ‘Toch bleek dat op individuele bedrijven wel het geval. Eén bedrijf is zelfs overgegaan op het mengen van twee in plaats van één porties. Het mengproces werd hier duidelijk beter van en de opname kwam ruim 1,5 kilo per koe per dag hoger te liggen.’
Een andere uitkomst is dat het vaak positief werkt om een nattere kuil, die deel uitmaakt van het rantsoen, eerst te laden. Een kuil van 30 tot 35 procent droge stof bindt de krachtvoerbestanddelen goed. ‘Vaak wordt een structuurbron zoals graszaadhooi eerst geladen, maar dat bindt het krachtvoer soms niet goed en kan daarom beter na een deel natte kuil en de krachtvoergrondstoffen of premix worden geladen.’
Bij een nattere kuil zijn veehouders vaak huiverig dat het te ‘papperig’ wordt als dit product te vroeg in de mengwagen wordt geladen. ‘Logisch’, geeft de stagiair toe. ‘Maar je kunt ook een deel van de nattere kuil eerst laden, dan de krachtvoer eroverheen en vervolgens de structuurbron en de rest van de kuil. Op geen van de onderzochte bedrijven bleek te lang mengen een probleem.’
Uit de proefresultaten concludeert Hoekstra verder dat de opname het hoogst is bij een gemiddeld drogestofgehalte van het basisrantsoen tussen de 40 en 45 procent. Ook ligt de opname hoger naarmate de energiedichtheid van het totale rantsoen hoger ligt. Dat verschil wordt vooral gemaakt door oudmelkse koeien die bij een hogere VEM-dichtheid van het gehele rantsoen meer opnemen en meer melk produceren.
Hoekstra en zijn begeleiders van Hoogland concluderen daaruit dat melkveehouders niet bang moeten zijn om het basisrantsoen te verrijken. Dat betaalt zich uit in meer voerefficiëntie en een hoger voersaldo.
Krachtvoerbestanddelen kunnen in een mengwagen worden toegevoegd door losse grondstoffen of een premix, waarbij de verschillende grondstoffen vooraf tot een product worden klaargemaakt. Is de basis van het rantsoen echter een drogere graskuil, dan passen nattere bijproducten wellicht wat beter omdat droge krachtvoerproducten moeilijk hechten aan een droge kuil. Extra selectie ligt dan op de loer.
‘Zo moet je steeds opnieuw kijken naar je ruwvoerpositie en daar de best passende producten bij kiezen om tot een goed mengsel te komen’, stelt Hoekstra. ‘Elke koe probeert te selecteren. Dat blijkt telkens opnieuw. De kunst is om het de dieren daartoe zo lastig mogelijk te maken.’
Water toevoegen wint tegenwoordig aan populariteit. Onder andere om voerselectie tegen te gaan. ‘Alleen maakt het het mengen ook risicovoller. Bij warmer weer bijvoorbeeld is de kans op broei na de toevoeging van water vele malen hoger.’
Een goed mengsel blijft maatwerk, stellen Hoekstra en zijn stagebegeleiders. Melkveehouders moeten vooral kijken naar het resultaat uit hun eigen mengwagen. ‘Kijk eens wat vaker over de rand van de mengwagen en aan het voerhek of het product zich echt zo mengt als verwacht. Zo niet, stuur dan bij. Dat helpt echt richting een beter voersaldo.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    14° / 8°
    20 %
  • Zondag
    15° / 4°
    20 %
  • Maandag
    11° / 8°
    95 %
Meer weer