Is het gezond wonen naast stal?

Het grootschalige onderzoek ‘Veehouderij en Gezondheid van Omwonenden’ moet antwoord geven op de vraag of het ongezond is om in de buurt van een stal te wonen. De eerste resultaten zijn voer voor discussie. En veel vragen zullen waarschijnlijk nooit worden beantwoord.

Michiel ElandsHet Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft in 2008 het 47 pagina’s tellende onderzoek ‘Intensieve Veehouderij en Gezondheid’ gepubliceerd. Aanleiding was de zorg van huisartsen voor de schaalvergroting van veebedrijven in landbouwontwikkelingsgebieden (LOG’s).
De belangrijkste conclusies destijds? Werknemers van veehouderijen hebben vaker luchtwegklachten als hoesten en benauwdheid dan andere mensen als gevolg van de stofblootstelling in het werk. Allergieën zoals hooikoorts en tegen huisstofmijt komen bij veehouders en hun familieleden juist minder vaak voor, ze lijken daarvoor minder gevoelig. Dit lijkt samen te hangen met de blootstelling aan micro-organismen van de boerderij.
Dat was in 2008. Op dit moment werkt RIVM samen met het Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (Nivel), het Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS) en Wageningen UR aan het meerjarige onderzoek ‘Veehouderij en Gezondheid van Omwonenden’. Hamvraag is opnieuw: Is het ongezond om in de buurt van een veehouderij te wonen?
Vragen die onderzoekers nu met name proberen te beantwoorden zijn: Welke ziekteverwekkers komen voor rond veehouderijen? Wat zijn de gezondheidsrisico’s voor omwonenden? Waarom hebben omwonenden minder vaak astma en COPD, maar wel meer klachten? Is, nu de Q-koortsepidemie voorbij is, ook het aantal longontstekingen bij mensen rondom geitenhouderijen teruggelopen?
‘Het is belangrijk dat er onafhankelijk onderzoek wordt gedaan’, betoogt Heleen Prinsen, beleidsadviseur Diergezondheid bij (Z)LTO. ‘De vraag is wel hoelang je blijft onderzoeken en welke omstandigheden je allemaal meeweegt. De praktijk is geen laboratoriumsituatie.’

Geruststellen

Ook psychische klachten en in het verlengde daarvan lichamelijke klachten kunnen de kop opsteken, betoogt Prinsen. ‘Die klachten moeten we als landbouw ook serieus nemen. Maar of je bijvoorbeeld last hebt van geur of geluid is per persoon verschillend. Hopelijk kunnen de resultaten van dit onderzoek een aantal omwonenden juist geruststellen.’
Mocht het onderzoek uitwijzen dat de veehouderij veroorzaker is van gezondheidsproblemen, dan is het volgens Prinsen klip-en-klaar dat de intensieve sectoren hun maatschappelijke verantwoordelijkheid moeten nemen en bijvoorbeeld meer gezondheidsmaatregelen treffen.
In het voorjaar van 2016 worden de definitieve conclusies van het RIVM-rapport gepresenteerd. Prinsen denkt dat nog veel vragen onbeantwoord blijven. ‘Dat zullen we moeten accepteren. Het zal sowieso lastig zijn om dat in de praktijk te vertalen naar nieuw beleid. Vooral ruimtelijke ordening-regels zijn lastig. De GGD vindt nu dat een norm van 250 meter vanaf een veehouderij veilig is. Maar het kan toch niet zo zijn dat het bij 251 meter veilig is om te wonen en bij 249 niet?’
De beleidsadviseur ziet vooral toekomst in de samenwerking met andere partijen en het voeren van buurtdialogen. ‘Zoals binnen het project ‘SaMeDi’ gebeurt, waarbij artsen en dierenartsen op lokaal niveau aan tafel zitten om de gezondheidssituatie in kaart te brengen. Het is belangrijk dat mensen elkaar op lokaal niveau weten te bereiken.’
Voor belangenorganisaties en veehouders ziet Prinsen als belangrijkste stap om alle gezondheidsmaatregelen, zoals hygiënesluizen en bedrijfskleding, ook als maatregelen voor de volksgezondheid te zien. ‘Dat willen we graag voor de maatschappij beter inzichtelijk maken.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Woensdag
    10° / 3°
    50 %
  • Donderdag
    10° / 3°
    20 %
  • Vrijdag
    11° / 4°
    70 %
Meer weer