‘Natte teelten zijn geen luchtkasteel’

‘Het is niet een luchtkasteel’, zegt Wymenga, terwijl een stuk biolaminaat op tafel legt. ‘Dit is ontwikkeld door ondernemer Tjeerd Veenhoven van HuisVeendam in Groningen. Lisdodde is de basis. In combinatie met aardappelvezel is door het bedrijf een plaat gemaakt, die sterk en in de praktijk goed toepasbaar is’, vertelt hij.
‘De ondernemer die ermee heeft gewerkt, is enthousiast. Het lijkt een proefballon, maar het is een serieuze kans om zo’n gewas lokaal te vermarkten.’

Eendenkroos

Ook de teelt van eendenkroos voor diervoeders en biobrandstof of de duurzame kweek van vissen ziet Wymenga als een praktijkvoorbeelden van economische kansen in natte gebieden.
‘Ons doel is het vinden van nieuwe economische dragers in natte gebieden. Dan gaat het niet over de landbouw. Reeds bestaande waterplassen of natuurgebieden kunnen immers ook als waterbergingsgebied dienen’, legt Wymenga uit.
‘We moeten loskomen van de denkwijze dat nieuwe vormen van land- of watergebruik betrekking hebben op óf landbouw óf natuur’, vervolgt de ecoloog.
‘In de zoektocht naar nieuw waterbeheer moet je juist samen optrekken. Waarom zou je de functies niet combineren? Dan ontstaan er ook mogelijkheden om met lokale ondernemers revenuen uit waterrijke gebieden te halen. Het denken moet meer integraal.’
De komst van een proeftuin moet de kansen in kaart brengen. Gekozen is voor een veldwerkplaats in het waterrijke natuurgebied Bûtenfjild aan de noordkant van Feanwâlden. Een agrariër met natuurpercelen doet mee in het project en ook een tweede heeft belangstelling.
Vanwege de sterke inbreng vanuit het onderwijs is de locatie dicht bij de spoorlijn tussen Groningen en Leeuwarden ook zeer geschikt.
‘We willen optrekken met de Kenniswerkplaats Noordoost Fryslân, Hogeschool Van Hall Larenstein en het Nordwin College. De studenten stappen een paar honderd meter verderop uit de trein en voeren hier in de praktijk diverse onderzoeken uit’, geeft Wymenga aan.

Relevant

Voordeel van het Bûtenfjild is ook de ligging ten opzichte van de Friese boezem. ‘Als er sprake is van wateroverlast, knijpt het in deze regio. Dus het probleem is hier relevant. Daarnaast zijn er nog andere pilotgebieden waar projecten worden uitgevoerd, onder andere in ‘it lêge midden’ van Friesland. Er zijn zo mogelijkheden om aan te sluiten bij de recent vastgestelde Veenweidevisie van provincie Fryslân.’
Het programma Better Wetter focust zich vooral op de waterkant van de problematiek, terwijl het al bestaande Veenweide Innovatiecentrum in Zegveld zich meer op de landbouwsector richt. ‘Uiteraard zullen we onderling veel afstemmen.’
Naast gemeenten en Wetterskip Fryslân participeert de koepel van agrarisch natuurbeheer in Noordoost-Friesland Noardlike Fryske Wâlden (NFW) in het project.
‘De doelstellingen binnen Better Wetter sluiten goed aan op de thema’s waar de NFW zich op richt’, vindt Wymenga.
Het waterbeheer in Friesland vraagt in de toekomst om een andere visie. ‘De peilen zijn nu vrijwel overal optimaal afgestemd op agrarisch gebruik. Een noodzakelijk goed, maar op lange duur komen we daar niet mee uit. Door de maaivelddaling ontstaan er grote hoogteverschillen, waardoor er bijvoorbeeld problemen ontstaan met de houten funderingen van woningen’, zegt de ecoloog.
‘Ook het verschil tussen natuur en landbouw wordt groter. In natuurgebieden, waar vaak een hoog peil wordt aangehouden, is de maaivelddaling gering, terwijl het land in de omgeving zakt. Vergelijk het met een tafel waarvan de poten steeds langer worden’, geeft Wymenga aan.
Door de verschillende peilen ontstaat er ook afslag aan de walskanten van vaarten en plassen. ‘Met steenstort worden de gevolgen van de afslag wel enigszins aangepakt, maar oeverbescherming is erg kostbaar.’
Grootste uitdaging voor de toekomst is echter de klimaatverandering. Toevoer van water in droge periodes, maar vooral ook extreme regenval. Gemalen pompen het overtollige water zoveel mogelijk weg. Tegen het regenwater, dat in korte tijd tijdens clusterbuien uit de lucht komt, zijn die methoden niet opgewassen.
‘Het water moet ook voor het beschermen van de goede landbouwgronden ergens naartoe. Het beheer moet in de toekomst zo worden ingericht dat het overtollige water op een plek wordt opgevangen en dat de landbouwgronden dezelfde functie behouden. In de specifieke bergingsgebieden moeten de economische dragers worden toegepast, waar in de proeftuin onderzoek naar wordt gedaan.’
De proeftuin gaat in de loop van dit jaar van start. Momenteel wordt gewerkt aan de financiering van het programma.
Het project loopt tot 2020. ‘Tegen die tijd kunnen wij voorbeelden laten zien van hoe je op een ecologische en economische manier duurzaam waterbeheer kunt inrichten.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    14° / 7°
    70 %
  • Zaterdag
    15° / 7°
    70 %
  • Zondag
    15° / 5°
    20 %
Meer weer