Boerderij Vredenrust onder vuur in oorlog

Sjaan Stokman-van Steijnen (83) zakte een paar maanden geleden door de stalzolder van haar boerderij aan het Spaarne in Haarlem. Ze overleefde de val ternauwernood en kan daardoor nog steeds vertellen over de oorlogsgeschiedenis van boerderij Vredenrust.

Cees de Geus‘De bommenwerpers lieten een aantal bommen vallen,’ herinnert Stokman-van Steijnen zich. ‘We waren doodsbang. We hoorden de explosies razendsnel dichterbij komen. Zeven bommen explodeerden voor Vredenrust en drie erachter. De boerderij zelf bleef wonder boven wonder gespaard.’
In de weilanden rond de houten en geïsoleerd gelegen boerderij molk de jonge Sjaan op dat moment samen met haar vader Jan van Steijnen en een knecht ruim dertig koeien. ‘We stonden iedere ochtend om half vijf op. De boerderij had geen gas, water en licht, dus we behielpen ons met kolen, petroleum en kaarsen. Het was een keihard bestaan. Twee van mijn drie zussen stierven op jonge leeftijd.’

Onder water

In 1944 moest het boerengezin Vredenrust alsnog verlaten. Uit angst voor geallieerde luchtlandingen zetten de Duitsers de polder onder water. ‘We verhuisden naar een woning in Haarlem,’ vertelt Stokman-van Steijnen. ‘De koeien en het hooi werden ondergebracht bij een boer in de Haarlemmermeer.’
In de resterende oorlogsmaanden werd het verlaten Vredenrust volledig gestript door Haarlemmers, die stad en land afstroopten op zoek naar brandstof voor hun houtkachels. Na de bevrijding kon de familie Van Steijnen dankzij een bijdrage van Bureau Wederopbouw Boerderijen een nieuwe boerderij laten bouwen. Het nieuwe Vredenrust, van baksteen ditmaal, werd in 1948 in gebruik genomen.
Sjaan van Steijnen trouwde in 1957 met Toon Stokman, een veehouder met een boerderij aan de westrand van de polder. Begin jaren zestig werd het levenswerk van haar vader alsnog weggevaagd door Schalkwijk, een nieuwbouwwijk die een einde moest maken aan de woningnood in Haarlem. ‘Vredenrust werd voor de tweede keer in negentien jaar gesloopt. Mijn vader verkocht zijn koeien en werd schadeloos gesteld.’
De nieuwbouw van Schalkwijk rukte ondertussen onverbiddelijk op en maakte in 1989 ook een einde aan het boerenbedrijf van de familie Stokman. Een van de zonen, Antoon Stokman, zette het bedrijf voort in het Noord-Sleen. Ruim een kwart eeuw na de verhuizing naar Drenthe heeft hij nog steeds een ‘emotionele binding’ met Noord-Holland.
‘Het land dat we nog rond Haarlem hebben, levert ruwvoer op dat we gebruiken voor onze droge koeien’, vertelt Stokman. ‘Daarnaast gaan er ieder jaar in mei 40 à 45 pinken richting Noord-Holland, die in oktober weer terugkeren naar Drenthe. De melk die onze tweehonderd koeien produceren, wordt afgenomen door CONO Kaasmakers.’
Stokman-van Steijnen waagt zich niet meer op de stalzolder en koestert haar herinneringen aan Vredenrust. ‘Het gaat zoals het gaat. Je moet met de tijd mee, of je nou wilt of niet.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    14° / 7°
    70 %
  • Zaterdag
    15° / 7°
    70 %
  • Zondag
    15° / 5°
    20 %
Meer weer