Dijksma verdedigt Hollandmerk met strenge regels

Arno de SnooHet is natuurlijk ook een heerlijke positie als staatssecretaris van Landbouw: overal in de wereld wordt Nederland gezien als de koploper in de land- en tuinbouw. Iedereen wil komen kijken en je hebt een universiteit in Wageningen die wereldfaam geniet.
Dijksma maakt daar ook optimaal gebruik van. Ze reisde naar Vietnam, Zuid-Duitsland, Indonesië, Rusland en de Verenigde Staten om de Nederlandse agrarische kennis en productie onder de aandacht te brengen. In haar kielzog gingen grote agrarische bedrijven, kennisinstellingen en zaadproducenten mee.
De kwalitatief hoge Nederlandse productie is het visitekaartje. En op dat kaartje mag geen smet komen, vindt Dijksma. Want de intensieve productie zoals we die in Nederland kennen, moet waardering opleveren en niet leiden tot een slecht imago.
De hoge productie in Nederland moet binnen de randvoorwaarden van het milieu blijven, zo laat zij vele malen weten. En zij handelt daar ook naar: geen mestoverschotten, geen mestfraude, geen uitwassen bij het gebruik van gewasbescherming en niet achteraan hobbelen als het aankomt op dierenwelzijn. ‘We zijn koploper en moeten dat blijven’, zo spreekt uit het beleid van Dijksma.
Bij boeren en tuinders wekt dat soms onbegrip. Want waarom moet Nederland altijd het beste jongetje van de klas zijn in Europa? De dierrechten die gehandhaafd werden voor de varkens- en pluimveehouders, de 4-dageneis bij de zeugen, de weidegang, de verplichting tot het verwerken van mest, steeds strengere bemestingsnormen.
Ondernemers schudden hun hoofd en begrijpen niet waarom Dijksma niet beter haar best doet in Brussel zodat regels wat minder streng geïnterpreteerd hoeven worden. Dijksma kan het hen soms maar moeilijk uitleggen.
Volgende week is de Grüne Woche. Wereldwijd de grootste beurs voor landbouw, tuinbouw en voedsel die wordt gehouden in Berlijn, Duitsland. Bij uitstek het land waar het Nederlandse product aan glans verloren heeft.
Maar toch brengt nog ieder jaar de Duitse minister van Landbouw na de opening van de beurs als eerste een bezoek aan het Nederlandse paviljoen.
Opgewacht door Dijksma maken zij samen een rondgang door het paviljoen om de Hollandse land- en tuinbouwproducten te bekijken. Producten die werden geteeld door boeren en tuinders die werken met misschien wel de strengste regels van de wereld. En laat het dan maar aan Dijksma over om de kwaliteit van de Nederlands tomaten, varkensvlees of bloemen aan te prijzen.