Boeren vinden voormalen prima, nu de oplossingen

Mike SchellartBijna een jaar na dato staat veel akkerbouwers op Goeree-Overflakkee en Voorne-Putten het nog helder voor ogen. Binnen vier uur stortte er op 13 oktober meer dan 100 millimeter uit de hemel en zagen zij hun aardappelen en gewassen verzuipen.
Ook op 28 juli was er een waterhoos. Tuinbouwgebied Heemskerkerduin, de polders in Kockengen en Assendelft kwamen toen blank te staan. Het water is weggepompt, maar nog steeds wordt er nagekaart over de schade en de maatregelen die al dan niet zijn genomen.
Dat heeft ook een positief staartje. Zo zijn waterschappen extra alert geworden en berichten zij dat ze voormalen. Toen eind augustus bijvoorbeeld wederom clusterbuien op komst waren, lieten bijna alle westelijke waterschappen het peil tijdelijk zakken om zo een waterbuffer te creëren.
Voormalen is zo oud als de weg naar Rome, maar lang niet elk schap past het consequent toe. Zo maalt Delfland vaak voor. De Stichtse Rijnlanden doet het, maar heeft geen neerslagprotocol zoals Delfland. Wel wil Rijnlanden dat invoeren. Hollands Noorderkwartier meldt het voortaan te doen en Hollandse Delta beweert dat ze al langer voormaalt, ook voor de waterhoos van vorig jaar. Maar nu communiceert ze dat naar buiten. Voorheen gebeurde dat niet.
In elk geval zijn boeren en LTO Noord er blij mee. Voormalen kost immers niets, het schap drukt op een knop en het peil zakt. Ook wordt beter gebruikgemaakt van het watersysteem, is een ander argument. Sommige boerenbestuurders menen zelfs dat een tijdelijke peilverlaging als buffer steviger is dan waterbergingen in polders, die ook nog eens geld kosten. En omdat het peil slechts korte tijd laag staat, is er amper schade aan het land, zoals veen.
Toch hameren LTO Noord-afdelingen en schappen erop dat voormalen niet het ei van Columbus is. Maatregelen als sneller en slimmer inzetten van (nood)pompen, investeren in het watersysteem en boeren inzetten bij calamiteiten zijn nu onderwerp van discussie.
LTO Noord doet daaraan mee. Zo voeren de boeren in Kockengen de druk op bij De Stichtse Rijnlanden door claims neer te leggen. De afdeling Noordzeekanaalgebied gaat met geïnventariseerde knelpunten om tafel met Hollands Noorderkwartier om tot oplossingen te komen.
Op de Zuid-Hollandse eilanden is LTO Noord al langer in gesprek met Hollandse Delta. Na de evaluatie van de wateroverlast vorig jaar volgden zelfs pittige discussies, onder meer in de verenigde vergadering. Met als resultaat dat ‘de boel goed in beweging is’.
Er worden zeker nog harde noten gekraakt, maar dat het klimaat verandert en clusterbuien vaker voorkomen, daar is iedereen het ronduit over eens. Het gaat de boeren, die ooit de waterschappen oprichtten, nu om oplossingen.