Omnivent: ‘Het gaat niet om de prijs of de kleur, maar om de kennis’

Dickmann is een echte specialist die zijn uien nog net niet behandeld als pasgeboren kinderen. ‘Goed bewaren is precisiewerk. Dat begint al bij de teelt. Na het oogsten moet je weten hoe groen je product de schuur in komt, met welk vochtgehalte en of er ziek in zit.’
Direct na het rooien droogt Dickmann de uien. Bij een groen product begint hij op 28 tot 30 graden, met reeds afgestorven blad start hij op 22 graden. Daarna wordt het product in maximaal twaalf weken teruggebracht naar 3 graden, in een zo constant mogelijk klimaat. Maanden langer dan regulier kan het product zo worden bewaard. Tot de ui in perfecte conditie op het bordje van de consument ligt.

Bewaren in India

Dertig kilometer verderop, op het hoofdkantoor van Omnivent in Zeewolde, toont directeur Errol van Groenewoud dia’s van een aardappeloogst in India. De door een os getrokken ploeg trekt aardappelen uit de rug. De boer blijft maar heen en weer lopen, terwijl de os de rug meermalen vertrapt. Vervolgens ligt het geoogste product dagen in de zon en overleeft het een storthoogte van enkele meters. ‘Probeer zo’n product maar eens fatsoenlijk uit de bewaring te krijgen’, schudt hij het hoofd.
Het voorbeeld geeft aan waar Omnivent de komende jaren nog sterker op inzet: kennis aandragen om uiteindelijk overal ter wereld de beste aardappels op het bord te krijgen. In India, China, Afrika en Zuid-Amerika begint kennisoverdracht met hoe je een aardappel fatsoenlijk de grond in krijgt. In Nederland gaat het vooral om trainingen op gebied van slim en innovatief bewaren en nieuwe kennis uit verzamelde data halen.
Waar ook ter wereld, de tijd van louter lucht blazen door een aardappelbult en klaar zijn zodra de ventilator is verkocht, ligt ver achter Omnivent. ‘We willen een partner zijn die de boer voor, tijdens en na de verkoop van een systeem intensief bijstaat. We doen handreikingen voor lagere bewaarverliezen, werken in studieclubverband aan zuiniger energieverbruik, kijken hoe we duurzamer kunnen bewaren en denken mee over de optimale ‘return on investment’ voor de klant.’

In meer dan 60 landen

Met het hoofdkantoor in Zeewolde en vestigingen in Polen, Latijns Amerika, China en India groeide Omnivent de laatste vijftien jaar uit tot een toonaangevende internationale bewaarspecialist in aardappelen, wortelen, uien en andere knolgewassen. Het bedrijf is met 180 medewerkers vertegenwoordigd in meer dan 60 landen.
Van Groenewoud: ‘Je kunt over de hele wereld bewaarsystemen kopen, in elke kleur en voor elke prijs. Maar het gaat er om dat de gebruiker kan omgaan met het systeem, weet waar hij rekening mee moet houden en altijd kan vertrouwen op onze mensen en onze kennis. Kaal een bewaarsysteem verkopen is geen kunst, het gaat er om wat je daarna biedt.’

Nieuwe bewaarloods

Tot mei de uien in perfecte staat houden en met aanzienlijk minder tarra kunnen verkopen. Voor de jonge akkerbouwer Jasper Muller uit Emmeloord zijn dat twee belangrijke redenen om zijn kennis over bewaring te vergroten. Hij boert in maatschap met zijn ouders en realiseerde dit jaar een nieuwe bewaarloods voor uien en ruimte voor sorteren en verpakken van pootaardappelen.
De nieuwe schuur biedt ruimte aan zo’n 1.150 kisten. Zes openingen van 50 centimeter zuigen de lucht naar buiten. Muller meet de rv-waardes, zowel buiten, op het product als in de luchtsluis. ‘Meten is weten’, lacht hij.
Muller werkt veel samen met Omnivent, omdat het vele onderzoek dat het bedrijf doet naar beter bewaren, hem verder helpt. Bovendien helpen ze hem om energie-efficiënter te werken, een van de redenen dat Muller investeerde in de geavanceerde OmniCuro. Hij droeg als pilotgebruiker bij aan de kennis van deze bewaarcomputer. Nu hij er dagelijks mee werkt, kan Muller bevestigen dat bewaren vooral een samenspel tussen boer en computer is.
‘De OmniCuro meet de omstandigheden. Ik geef aan hoe mijn product er voor staat. Daar rolt een bewaaradvies uit. Dat kan ik op basis van eigen ervaring of actuele informatie bijstellen.’ Een ander voordeel is dat ook een leek in bewaring snel uit de voeten kan met de OmniCuro, zegt Muller. ‘En ik vind het ideaal dat ik overal ter wereld in de computer kan om mijn uien thuis te voorzien van de juiste bewaarcondities.’
De vraag rijst wat Omnivent goed opgeleide akkerbouwers in Nederland nog kan leren. ‘Veel’, weet Dickmann. ‘Zelf leer ik nog elke dag en ook bij collega’s zie ik dingen fout gaan. De meeste akkerbouwers telen meerdere producten en zijn daardoor te druk om écht specialistisch met bewaring om te gaan. Goed bewaren is het product vanaf dag één blijven volgen, soms urenlang bij de bewaarcomputer staan om bij te stellen en scherp zijn, elke dag weer.’
Van Groenewoud: ‘Vraag 50 akkerbouwers in Nederland om het dauwpunt te berekenen en je krijgt verschillende antwoorden. Er valt nog genoeg te leren. Ook voor ons, het opdoen van kennis via boeren en dat weer vertalen naar onze systemen. De wisselwerking in kennis delen, daar ligt onze kracht.’