Kamp tornt niet aan vierdageneis

Dat antwoordt de minister op Kamervragen van Jaco Geurts (CDA) en Helma Lodders (VVD). Zij vinden dat er nog te veel nadelen kleven aan het binnen vier dagen terugplaatsen van geïnsemineerde zeugen in de groep.

Concurrentiepositie

Bovendien menen de Kamerleden dat met deze bovenwettelijke eis de concurrentiepositie van Nederlandse zeugenhouders wordt aangetast. Europees geldt de eis van 28 dagen.

Kamp stelt dat de vierdageneis destijds is afgesproken in samenspraak met LTO en de Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV), die nu pleiten voor 28 dagen. Hij suggereert bovendien dat Nederlandse zeugenhouders laat zijn begonnen met omschakelen.

'De afgelopen vijf jaar is 1 miljoen euro aan onderzoek uitgegeven om de vierdagenregeling te laten slagen. Een kwart van de zeugenhouders is pas dit jaar overgegaan op groepshuisvesting en de uitgebreide communicatie over de succesfactoren van vroege dracht heeft plaatsgevonden in 2010.'

Diermanagement

Uit de onderzoeken zou blijken dat door goed diermanagement zeugenhouders succesvolle resultaten behalen met het binnen vier dagen terugplaatsen van zeugen in de groep. ‘Diergericht management dient de basis te zijn van de dierhouderij en heeft dus de voorkeur’, vindt Kamp.

Hiermee slaat de zeugenhouderij volgens hem twee vliegen in één klap, omdat ook maatschappelijk draagvlak voor de zeugenhouderij wordt gecreëerd.

Ondersteuning

Voor zeugenhouders die moeilijkheden ervaren bij de implementatie van de vierdageneis, geeft het onderzoek handvatten. Kamp ziet wel de noodzaak dat zeugenhouders die moeite hebben om aan deze eis te voldoen, de komende twee jaar ondersteund worden bij de aanpassing van hun management.

'Hier ligt de primaire verantwoordelijkheid bij de sectororganisaties', antwoordt hij. Ook moet er volgens hem versneld een gids van goede praktijken ter ondersteuning
van zeugenhouders en erfbetreders worden opgesteld.