LTO: 'Te weinig oog voor Q-koortsonrust'

'We keken destijds te veel met een veterinaire bril naar de situatie en hadden te weinig oog voor welke behoefte er leefde onder de bevolking en de slachtoffers van de Q-koorts', zegt voorzitter Jeannette van der Ven van LTO-vakgroep Geitenhouderij.

Volgens haar heeft LTO geleerd om ook buiten de boerenwereld te kijken. 'We weten nu dat we ook beter met burgers moeten communiceren en kunnen zeggen: wij weten het ook niet.'

Tankmelktest

Van der Ven doelt hiermee op het feit dat LTO al eerder op de hoogte was van de Q-koortsbesmettingen op bedrijven. Die kwamen via een tankmelktest naar voren. De test was echter nog niet gevalideerd. Pas later werd de test standaard ingezet om Q-koorts op bedrijven vast te stellen.

Volgens de vakgroepvoorzitter is er echter gehandeld met de wetenschap van toen. 'Het is nu heel gemakkelijk om achteraf te redeneren. Hadden we destijds de tankmelktest eerder bekend gemaakt, dan was mogelijk gezegd dat we te voorbarig waren.'

Slachtoffers

Dat geitenhouders en burgers door de Nationale Ombudsman beiden Q-koortsslachtoffers worden genoemd, vindt Van der Ven positief. Geitenhouders worden daarmee immers niet als veroorzakers bestempeld.

Erkenning

LTO zegt nu energie te willen steken in de toekomst en zegt meer te zullen samenwerken met veterinaire én humane gezondheidsdiensten.

'Een excuus en erkenning, waarvoor Brenninkmeijer pleit, is voor de mensen nodig om het hoofdstuk af te sluiten. Alleen dan kun je verder', meent Van der Ven.