Nog veel onduidelijkheden rond aangenomen Zeeuws stikstofplan

Het stikstofplan richt zich vooral op de Manteling van Walcheren en de Kop van Schouwen. In een straal van 3 kilometer rond deze Natura 2000-gebieden moeten boeren 30 tot 50 procent stikstof reduceren, onder meer via mestaanwending en stalaanpassingen.

Agrarisch ondernemers krijgen in principe de vrijheid om zelf te bepalen hoe ze de reductiedoelen behalen, meldt provincie Zeeland. Maar helemaal vrijblijvend is het niet: de provincie houdt boeren namelijk wel boven het hoofd dat verplichte maatregelen volgen als reductiedoelen niet gehaald worden.

'Een vrijwillige aanpak verwelkomen wij', zegt bestuurder Joris Baecke van belangenbehartiger ZLTO. 'Maar wij vinden wel dat de provincie die vrijwilligheid ook echt een kans moet geven. Ondernemers moeten de tijd krijgen om goede keuzes te maken en alles goed in te richten. Wij vragen de provincie dan ook om niet te snel de conclusie te trekken dat er toch verplichte maatregelen moeten komen.'

Baecke vindt het ook belangrijk dat de agrarische sector niet de enige is die moet reduceren. 'Zeeland is een provincie met relatief weinig veehouderij. Het grootste deel van de stikstofuitstoot komt van buiten de land- en tuinbouw. Ook andere sectoren als de scheepvaart, industrie, recreatie en mobiliteit moeten een bijdrage leveren.'

Onduidelijkheid

Volgens Wilco Verhage van de ZLTO Raad Zeeland is er nog veel onduidelijkheid rond de plannen. 'We zijn zelf aan zet, maar het is niet helemaal duidelijk wat we precies kunnen doen. Als je vrijwillig maatregelen neemt, zijn die dan juridisch geborgd? Wat gebeurt er als er landelijke regels komen? Is er budget vanuit de overheid? Antwoorden zijn er nog niet. En dus kun je als ondernemer geen weloverwogen keuze maken.'

Ook Baecke wijst op het feit dat er nog veel onzekerheden zijn voor agrariërs. 'Ondernemers moeten weten dat wanneer ze meedoen of investeren, dit voor de lange termijn erkend blijft als een maatregel die daadwerkelijk reduceert.'

Vervolgstappen

ZLTO zal in de komende maanden met provincie Zeeland in gesprek gaan om meer duidelijkheid te krijgen en het beleid verder vorm te geven. Daar moeten ook boeren bij betrokken worden, vindt Verhage. 'We moeten nu vooral in overleg met leden nabij de getroffen natuurgebieden. We gaan kijken of we collectief iets kunnen aanbieden aan de provincie, waarmee we een bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van het stikstofprobleem.'

Verhage benadrukt dat de situatie per ondernemer verschilt: 'Het zijn heel verschillende ondernemers: groot, klein, intensief, extensief. Voor iedereen zijn de gevolgen anders. Dat vraagt om maatwerk in het gebied. Het is wel positief dat we die ruimte krijgen van de provincie. Dat is niet overal zo.'