Aandeel jonge boeren nam in tien jaar tijd slechts licht toe

In dezelfde periode is het aandeel boeren van 67 jaar of ouder sterker toegenomen: van 17 procent naar 21 procent. Dit blijkt uit voorlopige cijfers uit de Landbouwtelling van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

In 2025 zijn er bijna 5.000 landbouwbedrijven met een bedrijfshoofd of bedrijfsleider jonger dan 40 jaar, 10 procent van het totaal. Het totale aantal land- en tuinbouwbedrijven daalt al enkele decennia. De bedrijven worden wel steeds groter. Een groot deel van de landbouwbedrijven heeft geen bedrijfsopvolger. In de tuinbouwsector is het aandeel jonge boeren het grootst (13 procent), gevolgd door de hokdierbedrijven (12 procent).

De akkerbouwsector is de meest vergrijsde sector met 31 procent van de boeren in de leeftijd van 67 jaar of ouder. In totaal zijn er 10.500 agrarische bedrijven met een bedrijfshoofd of bedrijfsleider van 67 jaar of ouder. Bij bijna de helft gaat het om een graasdierbedrijf.

Grote agrarische bedrijven met een standaardopbrengst van 500.000 euro of meer per jaar hebben relatief vaker een jonge boer aan het roer staan. In 2025 geldt dat voor 15.000 landbouwbedrijven. Bij 14 procent van deze bedrijven staat een boer jonger dan 40 jaar aan het roer. Met bijna 9 procent is het aandeel boeren van 67 jaar of ouder in deze categorie bedrijven het kleinst.

In het landbouwgebied Westland en Zuid-Hollandse Droogmakerijen is het aandeel jonge bedrijfshoofden en bedrijfsleiders in de landbouw met 15 procent het grootst. In deze regio zijn relatief veel tuinbouwbedrijven gevestigd.

Het aandeel jonge boeren is ook relatief groot in de landbouwgebieden Noordoostelijke polder (14 procent), Zuidwestelijk Weidegebied in Drenthe (14 procent) en Centraal Tuinbouwgebied in Utrecht (13 procent). In het Westelijk Rijnland is het aandeel jonge bedrijfshoofden of bedrijfsleiders onder de 40 jaar met 6 procent het kleinst.