Koetoilet officieel erkend als emissiereducerende techniek

De emissiefactor van 6 kilo betekent dat het koetoilet de ammoniakemissie met 54 procent vermindert ten opzichte van een standaard melkveestal die een emissiefactor heeft van 13 kilo ammoniak per dierplaats.

'Deze erkenning bevestigt niet alleen de werking van het CowToilet, maar biedt melkveehouders ook nieuw perspectief om op een praktische en toekomstgerichte manier invulling te geven aan emissiebeperking', stelt Henk Hanskamp, oprichter van Hanskamp. 'Het CowToilet werkt voor de koe, de boer en het milieu.'

Het koetoilet is een combinatie van een krachtvoerbox en een toilet. De eerste keren dat een koe erin loopt, moet ze nog via stimulering van een zenuw ertoe worden aangezet om te urineren in de opvangbak achter de koe. Na een tijdje hoeft dat vaak niet meer en urineert een koe uit zichzelf zodra ze het koetoilet inloopt. De urine wordt afgezogen en in een dichte container opgeslagen.

Urease krijgt minder kans

Het koetoilet vangt een groot deel van de dagelijkse urineproductie van de koeien op. Daardoor komt er veel minder urine in contact met de mest en ontsnapt er ook veel minder ammoniak. In mest zitten namelijk bacteriën die het enzym urease produceren. Zodra urine bij de mest komt, kan dit enzym het ureum uit de urine omzetten naar ammoniak. Dus hoe minder urine er bij de mest komt, hoe lager de ammoniakuitstoot is.

Het CowToilet pakt het probleem daarmee structureel aan bij de bron. 'Die aanpak zorgt niet alleen voor een meetbaar lagere uitstoot, maar draagt ook bij aan een gezonder stalklimaat, beter diercomfort en efficiënter stalmanagement', stelt Hanskamp. 'Daarmee past het systeem naadloos binnen de ontwikkeling richting kringlooplandbouw.'

Koeienurine als kunstmestvervanger

Naast de erkenning als emissiearme staltechniek speelt het CowToilet ook een sleutelrol in de nationale onderzoekspilot Reinventing Circular Dairy Farming. Binnen deze pilot wordt onderzocht hoe koeienurine op melkveebedrijven kan worden benut als kunstmestvervanger. Het gaat om een publiek-private samenwerking tussen Hanskamp, het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, Wageningen Livestock Research, Slootsmid, Nederlands Centrum Mestverwaarding en Lely.

Deelnemers in deze pilot profiteren van een ontheffing die het mogelijk maakt om urine boven de huidige gebruiksnormen voor dierlijke mest te benutten. Dit kan direct bijdragen aan lagere mestafvoerkosten en een hogere mate van circulariteit op het eigen bedrijf.

Op woensdag 16 april houdt Hanskamp een informatiemiddag over de inhoud van de pilot en de voordelen van deelname. Meer informatie over de pilot en aanmelden voor de informatiemiddag kan via deze link.