'Wol in de grond houdt water vast, denk ik'

Wat te doen met een zolder vol wol? Dat vroeg Frank Wennekers zich af. De vachten zijn het resultaat van drie jaar schapen scheren. Hij vond misschien het ei van Columbus: toevoegen aan ruige mest. ‘Het is de ultieme kringloop.’

%27Wol+in+de+grond+houdt+water+vast%2C+denk+ik%27
© Vincent de Vries

Het Noord-Hollandse Hobrede is niet groot. Dik vijftig huizen en boerderijen in een typisch Noord-Hollands polderlandschap. In een oude gerestaureerde stolpboerderij, de enige boerderij die nog agrarische activiteiten heeft, huist het biologische bedrijf van Frank Wennekers.

Wennekers houdt schapen en Blonde d’Aquitaine-koeien op 50 hectare grond, waarvan 32 hectare in eigendom. Door blauwtong is het aantal schapen gekelderd van honderd naar vijftig. 'Ik doe ook veel aan agrarisch natuurbeheer', zegt de ondernemer.

Het idee om wol te mengen met mest heeft een hele lange aanloop. Het ontstond uit een zoektocht naar meerwaarde voor de wol. 'Ik scheer al wel vijftig jaar schapen', vertelt Wennekers. ‘Het is lang zo geweest dat ik moest betalen om de wol mee te nemen. Daar liet ik sloffen en zo van maken voor de verkoop.’

De machine heet FWW: ofwel Frank Wennekers Wolhakselaar

Frank Wennekers, biologische schapen- en rundveehouder

Wol niets meer waard

Maar de laatste jaren was het anders: je neemt die wol toch wel mee hè, hoorde de ondernemer dan. 'Schapenwol is niets meer waard. En als je het bij het afval doet, is het ook nog een milieudelict. Alleen wol van Texelaars brengt nog iets op, maar daarvan hebben ze genoeg op Texel', vertelt Wennekers.

De ondernemer heeft drie jaar lang alle wol bewaard, omdat hij dacht dat de prijs ooit wel omhoog zou gaan. 'Tot de zolder van de voorraadschuur dit jaar stampvol zat. Daar moest ik dus iets mee. Op internet zag ik een man in Ermelo die van wol een soort pellets maakte die hij over het land strooide als extra voeding. Dat leek mij wel wat.'


Dus toog Wennekers naar de Veluwe om naar die vinding te kijken. De innovatie bleek niet te zijn waar Wennekers op zat te wachten. Het proces was voor hem te omslachtig. De palletmachine was een delicaat stuk gereedschap in ontwikkeling.

'Alles liep ook nog eens op krachtstroom’, verzucht hij. Dat trekken zijn zonnepanelen in Hobrede niet. Maar het grootste probleem: capaciteit. ‘Die man kon twee tot drie vachten per dag verwerken tot pellets en dan had hij ook nog vrijwilligers nodig. Ik wil massa, want ik heb een zolder vol wol.’

Het idee van wol als een soort meststof, bleef wel door Wennekers' hoofd spelen. 'Ik heb niet genoeg verstand van grond', erkent Wennekers. 'Ik heb MTS en ETS gedaan, technische opleidingen. Ik heb gewoon gegoogeld wat ik zou kunnen doen met vachten. Toen ik las dat wol vocht vasthoudt, bedacht ik dat het een goede manier zou kunnen zijn om de sponswerking van de grond te verbeteren.


Water vasthouden in bodem

'Misschien kun je met wol in de grond in natte tijden meer water kwijt in de bodem, die dat in droge tijden weer afgeeft. Goed voor als we door klimaatverandering langere droogteperioden krijgen. Daarnaast begrijp ik van grondspecialisten dat wol ook goede schimmels stimuleert en de doorluchting door wormen bevordert.’

Allemaal mooie verhalen. Toen was de vraag: hoe krijg je die wol in de grond. De biologische boer mag zijn land niet omwerken. 'Maar ik mag wel mest met stro en gehakseld riet verspreiden over mijn land. Als ik daar nu eens de wol doorheen doe?' vroeg hij zich af.


Wol hakselen?

Wennekers moest nog wel een oplossing vinden om de vachten los te trekken. De oplossing reed naast de deur. ‘Ze waren hiernaast mais aan het hakselen en ik dacht: daar kan ook wel wol doorheen. Maar de loonwerker was bang dat de machine zou vastlopen. Ik heb het nog geprobeerd met een kooimaaier met een wringer ervoor, maar die liep inderdaad vast.’

De maishakselaar bleef door Wennekers' hoofd spoken. Uiteindelijk vond hij op internet een oud model hakselaar die geschikt leek voor ombouwen. Na wat testen en proberen was de FWW klaar: Frank Wennekers Wolversnipperaar.

Al is de periode net voorbij om mest uit te rijden, Wennekers wil zijn uitvinding met plezier demonstreren. Als de FWW draait, stopt Wennekers een schapenvacht in de zelfgemaakte invoerbak en via de slurf spuiten stukken wol de kapschuur in. Het zijn nog best grote brokken, maar volgens Wennekers is dat precies goed.


Wol-mest-lasagne

Eerst gaat er met de shovel een laag mest in de mestverspreider. Daar spuit Wennekers 30 centimeter wolvlokken over. Dan komt er een laag mest en dan weer wol, totdatde wagen vol is met de 'wol-mest-lasagne'.

Een week of tien geleden begon de praktijk. Op 2 hectare land werd het mengsel uitgereden. ‘Daar zie je de wol al niet meer’, zegt Wennekers. Begin september werd nog eens 3 hectare bewolmest. Gemiddeld gebruikt Wennekers vijf vachten op een hectare. 'Volgend jaar wil ik naar tien vachten, dat is 35 kilo wol, per hectare.'


De stolpboerderij van Frank Wennekers in het Noord-Hollandse Hobrede.
De stolpboerderij van Frank Wennekers in het Noord-Hollandse Hobrede. © Vincent de Vries

De evaluatie van de proef gaat als het ware in eigen huis. De boerderij van Wennekers is een demoleerbedrijf voor MAS- en HAS-studenten. Die gaan onderzoeken of wat in het hoofd van Wennekers is uitgedacht, ook zo gaat in de grond.

Voor de proef krijgt Wennekers subsidie van het innovatiefonds van Wij.land. ‘Ik zei tegen ze: mijn schapen eten gras, die maken daar wol van, die wol gaat op het land door de mest waardoor er gras groeit dat de schapen weer eten. De ideale kringloop.’

Het fonds nodigde hem uit om zijn FWW te presenteren voor andere innovators en geïnteresseerde boeren. 'Ik kreeg goede reacties', vertelt Wennekers tevreden. 'Daar doe ik het voor. Ik wil dat anderen dit ook als oplossing kunnen zien.'


Frank Wennekers, brandweerman die toch boer werd

Frank Wennekers is boer en hart en nieren, maar heeft een behoorlijke omweg gemaakt op zijn carrièrepad. Een groot deel van zijn leven was hij beroepsbrandweerman in Amsterdam. De boerderij in Hobrede deed hij er 34 jaar bij. 'Ze zullen hier eerst wel gedacht hebben: weer zo’n toffe Amsterdamse jongen die boer komt spelen', grijnst Wennekers als hij terugdenkt aan zijn eerste jaren in Hobrede. 'Dat werd wel anders toen ik land bijkocht en bleef bijkopen. Dat was wel serieus.' Want die 'Amsterdamse jongen' was afkomstig uit de gerenommeerde Amstelveense boerenfamilie. Dat bedrijf is nu Stal Wennekers, een paardensportcomplex van 38 hectare groot net buiten Amsterdam. 'Toen ik elf jaar was, overleed mijn vader door een val in de kelder', zegt Wennekers. 'Ik heb een paar jaar met mijn oudere broer de boerderij gerund, totdat mijn moeder besloot dat twee bazen op één bedrijf niet kon. Dus moest ik wat anders zoeken, en zo ben ik bij de Amsterdamse brandweer gekomen. In de tussentijd heb ik hier deze boerderij opgebouwd, om te beginnen met 7 hectare.' Op zijn 55ste ging Wennekers met pensioen en kon hij zich fulltime wijden aan zijn biologische boerderij in Hobrede. 'Ik ben biologisch geworden omdat ik mij wilde onderscheiden', legt Wennekers uit. 'Ik melk niet, dus ik moet mijn extra waarde ergens anders vandaan halen.' Inmiddels is het bedrijf uitgebouwd met een vergaderlocatie. Het achterhuis wordt verhuurd als vakantiewoning. Eén keer per jaar, in september, verkoopt Wennekers vlees van eigen koeien.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Dinsdag
    11° / 6°
    70 %
  • Woensdag
    9° / 6°
    20 %
  • Donderdag
    7° / 4°
    15 %
Meer weer