Raad van State redt voortbestaan Groningse geitenhouderij

Kannes kan met die vergunning een omzetting maken van rundveehouderij naar voornamelijk geitenhouderij. Het bedrijf houdt 557 geiten. De omzetting is al gerealiseerd, maar kwam onder zware druk te staan toen buren de vergunning aanvochten. Ze klaagden over stankoverlast en mogelijke gezondheidsschade. De geitenhouderij aan de Jacob Tilbusscherweg staat op korte afstand van de buren.

De rechtbank oordeelde alweer twee jaar geleden dat de vergunning onterecht was verleend. Gemeente Hogeland had een uitgebreide milieueffectrapportage (MER) moeten laten maken, omdat voorzichtigheid geboden is rond geitenhouderijen.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft in meerdere onderzoeken een verband aangetoond tussen longontstekingen en geitenhouderijen in de omgeving van die ziektegevallen. Verder oordeelde de rechtbank dat de geitenhouderij er niet mag zijn op grond van het geldende bestemmingsplan.

Hoger beroep

'Als de uitspraak van de rechtbank overeind blijft, moet ik stoppen', zei een van de eigenaren van de geitenhouderij tijdens zijn hoger beroep bij de Raad van State. 'Dan ga ik verder als rundveehouder.' Bovendien heeft gemeente Het Hogeland na de vernietiging van de vergunning door de rechtbank besloten dat er geen nieuwe meer wordt verleend. Er geldt intussen een gemeentelijke geitenstop die het voortbestaan van de geitenhouderij tegenhoudt.

De uitspraak van de rechtbank is dus vernietigd door de Raad van State. De vergunning is weer tot leven gewekt en kan Kannes doorgaan. Het besluit van de gemeente om geen nieuwe vergunning meer te verlenen, is niet meer van belang, omdat de oude vergunning weer leeft. De geitenhouderij wordt ook niet geraakt door de geitenstop die pas werd ingevoerd nadat de gemeente de vergunning al had verleend.

Gezondheidsschade

Volgens de raad kon de rechtbank ook niet eisen dat de gemeente een milieueffectrapportage zou laten uitvoeren vanwege mogelijke gezondheidsschade. Er is volgens de raad door het RIVM nog geen oorzakelijk verband aangetoond tussen geitenhouderijen en longontstekingen in de omgeving. Ook het RIVM zelf vindt nader onderzoek noodzakelijk om een mogelijk oorzakelijk verband aan te tonen.

Er is wel een indicatie, aldus de raad. Dat betekent nog niet dat de rechtbank kon eisen dat er bij de geitenhouderij van Kannes een MER zou worden uitgevoerd. 'De rechtbank heeft ten onrechte overwogen dat de indicatie dat zich gezondheidseffecten kunnen voordoen, het college aanleiding had moeten geven om een MER te verlangen. Het bestaan van enkel een indicatie dat zich gezondheidseffecten kunnen voordoen, is onvoldoende', oordeelt de raad. Die constateert ook dat het geldende bestemmingsplan de vestiging van een geitenhouderij op de locatie in Rottum niet verbiedt.