EU-agentschap: reductie chemische gewasbescherming moet sneller

Ondanks vooruitgang in sommige EU-landen vormt het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen een aanzienlijk risico, concludeert het Europees Milieuagentschap in een nieuwe analyse.

Het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen is volgens dat onderzoek de afgelopen jaren relatief constant gebleven in de EU-landen. Van 2011 tot 2020 werd er ongeveer 350.000 ton per jaar verkocht. De grootste hoeveelheden van de meeste werkzame stoffen werden verkocht in Duitsland, Frankrijk, Spanje en Italië, de vier grootste landbouwproducenten in de EU.

De EU-landen moeten volgens het Europees Milieuagentschap veel meer doen om de EU-doelstelling te halen dat de risico's van chemische bestrijdingsmiddelen binnen een paar jaar zijn gehalveerd.

Afhankelijkheid verminderen

De afhankelijkheid van zulke middelen kan bijvoorbeeld worden verminderd door over te stappen op biologische landbouw of 'groene' middelen te gebruiken, zo wordt gezegd. De meeste EU-landen vinden dat er eerst meer alternatieven op de markt moeten zijn, voordat er sprake kan zijn van verboden van chemische middelen.

Landbouwcommissaris Janusz Wojciechowski maakte er tijdens een persconferentie in Luxemburg geen geheim van dat hij het eens is met de veel geuite kritiek dat niet alle EU-landen over één kam geschoren kunnen worden.

Er zijn landen waar hooguit een kilo aan middelen per hectare wordt gebruikt en in andere landen tienmaal zoveel. De succesvolle terugdringing van de afgelopen jaren in verscheidene landen moet volgens de Eurocommissaris op een of andere manier worden 'beloond'.