DOC Kaas vangt ook bij gerechtshof bot in geschil met ex-leden

In het kader van die fusie op 1 januari 2016 werd een transactiesom van 20 miljoen euro onder de leden verdeeld. DOC Kaas vond dat de ex-leden hier geen recht op hadden, omdat ze volgens de melkverwerker hun lidmaatschap van de coöperatie hadden opgezegd.

Voorafgaand aan de fusie zijn er voorwaarden voor uitkering van de transactiesom opgesteld, waarin stond dat deze alleen zou worden uitgekeerd aan blijvende leden, die nog zeker drie jaar lid zouden blijven. De ex-leden betwisten de geldigheid van deze voorwaarden en stapten naar de rechter. In eerste instantie gaf die begin 2017 de coöperatie in een kort geding gelijk.

De rechtbank van Assen stelde de veehouders in 2020 op twee punten in het gelijk. Ze zouden recht hebben op de transactiesom en inhouding van 1 cent melkgeld over de maand december 2016 was onterecht. Zo kon DOC niet aantonen dat het voor de leden-melkveehouders ten tijde van de fusie bekend was dat zij voor de transactiesom nog drie jaar lid van de coöperatie dienden te zijn.

Geen verrassing

Volgens advocaat Dinant te Biesebeek, die de melkveehouders vertegenwoordigde, komt de uitspraak niet als een verrassing. Hetzelfde gerechtshof had in een vergelijkbare zaak eenzelfde uitspraak gedaan. De verplichtingen voor de leden moeten in de statuten worden gemeld, dat was hier niet het geval.

'Je kunt niet in een fusiestemming zeggen dat je voor de transactiesom minimaal één maand lid moet blijven. Dat kan leden bewegen om voor te stemmen. Dan kun je niet naderhand zeggen dat drie jaar lidmaatschap is vereist voor die som', stelt hij.

De melkveehouders hadden de som, in totaal grofweg 1,7 miljoen euro, na de fusie gekregen. Nadat ze hadden aangegeven dat ze vertrokken, is het bedrag ingehouden via het melkgeld. Na de uitspraak in Assen heeft DOC Kaas dit bedrag alsnog uitbetaald, met rente. De rechtbank had aangegeven dat het vonnis moest worden uitgevoerd en DOC Kaas ongeacht een verdere rechtsgang diende uit te keren.

Andere leden

Volgens de advocaat betekent dit dat ook andere leden in een soortgelijke situatie hun transactiesom kunnen opeisen. Dus ook de 33 melkveehouders die in 2021 via Te Biesebeek een faillissementsaanvraag deden. De rechter stelde daarbij dat de faillissementsaanvraag niet de juiste weg was. Daarop hebben deze ondernemers gewacht op de uitspraak in Leeuwarden.

Volgens Te Biesebeek loopt er ook een rechtszaak van een groep boeren die eerder naar een andere melkverwerker wilden overstappen, maar die drie jaren zijn gebleven om de transactiesom te behouden. Die was dusdanig hoog, dat ze vanwege de inhouding niet konden vertrekken. Wanneer ze eerder zouden zijn overgestapt, dan zouden ze een hogere melkprijs hebben gebeurd. Ze willen via de rechter dit verschil in melkprijs van DOC Kaas krijgen.

Vervolgstappen

DOC Kaas reageert teleurgesteld op de uitspraak. Bestuursvoorzitter Guus Mensink: 'Wij blijven van mening dat wij onze leden wel degelijk tijdig en correct hebben geïnformeerd over de uitgangspunten en voorwaarden voor uitkering van de transactiesom. Wij zullen de inhoud van het vonnis nader bestuderen en ons beraden op mogelijke vervolgstappen.'