Ruim 14 procent minder antibiotica in Duitsland

Dit is de grootste daling op jaarbasis die in Duitsland tot nu toe is gerealiseerd. Vergeleken met 2011, het jaar dat het antibioticagebruik in de Duitse veehouderij voor het eerst werd geregistreerd, is het gebruik met 65 procent gedaald.

Van de antibiotica worden penicillines (235 ton) en tetracyclines (125 ton) het meest verkocht aan dierenartsen door farmaceutische bedrijven. Hierna volgen de sulfonamiden (64 ton), polypeptide-antibiotica (51 ton) en macroliden (46 ton).

De meeste diergeneesmiddelen zijn goedgekeurd voor gebruik bij verschillende diersoorten. Maar de nieuwe diergeneesmiddelenwet die sinds januari 2022 van kracht is, schrijft voor dat het gebruik van antimicrobiële geneesmiddelen voor runderen, pluimvee en varkens al apart moet worden geregistreerd. Vanaf 2027 volgen ook andere diersoorten.

Het Duitse kwaliteitssysteem QS is al een aantal jaren bezig met het vastleggen van de antibioticahoeveelheden voor een aantal diergroepen. De veehouders krijgen daarbij twee tot vier keer per jaar een melding over hun antibioticaverbruik.

Daling door minder varkens

Uit de cijfers van QS blijkt dat de daling van het antibioticagebruik bij de varkens met 15,8 procent vorig jaar het hoogste was. Dat heeft voor het grootste deel te maken met de daling van de varkensstapel in Duitsland. Het verbruik per varken is laag en vrijwel stabiel. De therapieindex (hoe vaak er antibiotica worden ingezet op het bedrijf) ligt bij vleesvarkens en zeugen op 3, bij zogende biggen op 5.

Bij gespeende biggen is de therapieindex in 2021 gedaald naar 10. Bij de start van de monitoring in 2014 lag die index bij gespeende biggen nog op 35 en bij vleesvarkens op 10. Bij zeugen is die al jaren laag. Bij zogende biggen is de index licht gestegen.

Pluimveehouders hebben het afgelopen jaar voor het eerste sinds jaren weer een daling van het antibioticaverbruik laten zien. De totale hoeveelheid daalde met 12,3 procent. Dat heeft ook hier deels te maken met een daling van de pluimveestapel. Bij de kalkoenen blijft het verbruik vrij stabiel op rond de 15 indexpunten bij vleeskalkoenen. Dat was in 2014 nog 38 indexpunten.

Hoog verbruik vleeskalveren

Bij de vleeskalveren is het antibioticaverbruik nog duidelijk hoger dan bij de varkens. Het verbruik is daarbij sinds de start van de monitoring in 2015 eerst wel flink gedaald, van een therapieindex van 45 naar net onder de 25. Daarna is het weer gestegen en schommelt de index al jaren tussen de 25 en 30.

Bij de vleeskuikens lag het verbruik in 2014 op 7 indexpunten en daalde daarna naar net iets meer dan 4 indexpunten. Vervolgens steeg deze weer naar circa 7 indexpunten. Afgelopen jaar was er een heel lichte daling naar 6,5 indexpunten.

Nederland is koploper in het terugdringen van het gebruik van antibiotica in de veehouderij. Per veesector is goed bekend wat de reductie is. Bij bijvoorbeeld vleeskuikens nam het gebruik in 2021 af met 81 procent ten opzichte van 2009.