SMK scherpt eisen On the way to PlanetProof aan

Het nieuwe certificatieschema is gerealiseerd na consultatie van een groot aantal betrokken partijen en stimuleert verdere verduurzaming van de plantaardige productie. Volgens SMK blijft een groot deel van het schema van On the way to PlanetProof hetzelfde, maar zijn er een aantal cruciale wijzigingen.

De belangrijkste stappen zijn: minder risicostoffen in het milieu door emissiebeperking en beperking van het gebruik van risicostoffen (gewasbescherming), keurmerkhouders moeten in beeld brengen hoeveel maatregelen ze nemen voor biodiversiteit (biodiversiteit) en het voorkomen van lozing en lekkages vanuit de bedekte teelt, en meer focus op watergebruik van duurzame herkomst (water).

Daarnaast worden stappen gezet op het gebied van bodemkwaliteit en bemesting (gezondere bodems en een weerbaardere teelt door aanvullende maatregelen), energie en klimaat (criteria groene stroom wordt aangescherpt; alleen Europees opgewekte stroom telt mee) en materiaal en afvalstromen (meer circulariteit door hergebruik en hoogwaardigere verwerking van reststromen).

Duurzaamheidsvergoeding opnieuw berekenen

SMK meldt verder dat de nieuwe eisen aanleiding vormen om de duurzaamheidsvergoeding opnieuw te berekenen. Onafhankelijk onderzoeksbureau CLM voert deze herberekening uit. Daarbij wordt rekening gehouden met zowel de verhoogde ambities en bijbehorende kosten in de teelt als met prijsstijgingen door inflatie.

De verwachting is dat begin december een geactualiseerde lijst met duurzaamheidsvergoedingen wordt gepubliceerd. Volgens SMK is deze lijst vanaf 1 januari 2026 van toepassing op alle contracten en leveringen van PlanetProof-producten aan Nederlandse supermarkten die met SMK een overeenkomst hebben gesloten over het uitkeren van een vergoeding.

De keurmerkhouder heeft met de supermarkten afgesproken dat transparantie het uitgangspunt is en SMK kan controleren of de vergoeding daadwerkelijk wordt betaald. Daarom worden gesprekken gevoerd met alle ketenpartijen om de regeling zo in te richten dat er geen twijfel kan bestaan over de vergoeding van de meerkosten die telers maken om aan de eisen te voldoen.