Deense varkenshouder optimaliseert naar veertig biggen per zeug

Het ouderlijk bedrijf was echter niet berekend op ombouw naar groepshuisvesting van de dragende zeugen, net als het bedrijf van zijn oom. Hij stopte met leasen en het zeugenbedrijf werd omgebouwd voor speenbiggen en vleesvarkens. Door slechte prijzen stond de bedrijfsontwikkeling stil tot er in 2017 een vleesvarkensbedrijf bijgekocht kon worden. Daarna kwam daar nog een locatie voor speenbiggen en vleesvarkens bij.

De wens om zelf zeugen te houden bleef en in 2019 kon Lauritzen een bestaand zeugenbedrijf overnemen. Dat vroeg wel om renovatie en vernieuwing. Zo is er een melksysteem voor biggen in de kraamstal aangelegd.

Daarnaast pakte Lauritzen samen met zijn medewerkers de werkzaamheden beter aan. 'Je moet de medewerkers daarbij betrekken. Zij moeten het uitvoeren, ik ben niet dagelijks aanwezig.'

Lage uitval

De resultaten zijn sindsdien flink verbeterd. Inmiddels produceren de DanBred-zeugen gemiddeld veertig biggen per zeug per jaar. Dat komt door het hoge aantal levend geboren biggen en de lage uitval in het kraamhok van circa 10 procent.

Dat resultaat bereiken vraagt aandacht voor de biggen in de kraamstal. 'De medewerkers zijn rond de geboorte in de stal', zegt Lauritzen. 'Sommige biggen geven ze kort na de geboorte een extra energiestoot. Vanaf een dag na de geboorte beginnen de medewerkers met biggen overleggen en maken ze pleegzeugen om de grote tomen groot te brengen. Ook voeren we al direct vanaf de tweede dag melk. Dat is echt nodig om gezonde biggen te krijgen.'

Na spenen gaan de biggen naar een goed verwarmde afdeling met onderkruip en vloerverwarming. De biggen krijgen hier driemaal daags droogvoer.

Eigen graan in brijvoer

Alle zeugen krijgen brijvoer. In het brijvoer zit een flink deel eigen graan verwerkt. De zeugenhouder heeft, zoals in Denemarken nodig, veel grond om de mest van zijn varkens kwijt te kunnen. Die mest gaat overigens eerst naar een centrale mestvergisting en komt later als digestaat weer op het land. 'Voor de mest die ik aan de biogasinstallatie lever, krijg ik betaald. Daarnaast krijg ik een deel van de opbrengst van het biogas. Dat is door de gestegen energieprijzen extra interessant.'

De varkenshouder wil steeds een stap vooruit zetten op het gebied van diergezondheid en dierenwelzijn. 'De zeugenlocatie is al vrij van PRRS en mycoplasma. Twee belangrijke ziekten die de resultaten beïnvloeden. Daarnaast vaccineer ik tegen griep.'

Op het punt welzijn voor de zeugen is permanent stro bijvoeren tijdens de dracht en in de inseminatiestal al gebruikelijk. Wel staan de zeugen de eerste vier weken na dekken nog vast. Dat is in Denemarken nog toegestaan.

Op termijn wil Lauritzen naar vrijloop in de kraamstal. 'Dat zal dan waarschijnlijk niet op dit bedrijf gebeuren. De ruimte is daarvoor niet aanwezig in de kraamstal. Theoretisch kan ik het huidige zeugenbedrijf nog flink vergroten maar dat gaat waarschijnlijk niet gebeuren. Het vergt te grote investeringen in onder andere een luchtwasser. Ik zoek nu naar een geschikt ander zeugenbedrijf.'

De varkenshouder heeft naast het zeugenbedrijf – waar hij de biggen van verkoopt - meerdere locaties waar hij speenbiggen groot brengt en voor een deel houdt als vleesvarken. 'Ik heb nu twee leveranciers van speenbiggen. Met de ene heb ik geen afspraken over kortingen als de biggen niet aan de eisen voldoen en daar krijg ik altijd prima biggen van. Met de ander heb ik wel afspraken over kortingen. De kwaliteit van die biggen is gewoon veel minder. Daar wil ik eigen biggen voor hebben.'