Keuringsdiensten controleren afvalhopen van aardappelen en uien

Afval van uien kan een belangrijke primaire infectiebron van valse meeldauw en koprot zijn. Teruggebracht uienafval op het land, niet-kerende grondbewerking en niet-afgedekte afvalhopen zijn potentiële bronnen voor een besmetting van de schimmelziekten.

Daarom is het verboden om na 15 april uienafval of niet-uitgeplante uien te hebben, behalve als ze zijn afgedekt of andere maatregelen zijn genomen waardoor het geen potentiële bron kan zijn voor het verspreiden van valse meeldauw en koprot. De BKD controleert de naleving. Vorig jaar constateerde de toezichthouder geen overtredingen.

Begin van seizoen

Afvalhopen met aardappelen vormen vooral in het begin van het seizoen een belangrijke potentiële besmettingsbron voor de verspreiding van Phytophthora infestans. Ook voor dit gewas geldt dat het na 15 april verboden is om onafgedekte aardappelafvalhopen te hebben.

Dat kan een hoop aardappelen zijn, een hoop afval met aardappelen, verspreid gestorte aardappelen of sorteergrond. De controle is in handen van keuringsdienst NAK die dat uitvoert in opdracht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De NAK en de NVWA hebben afspraken gemaakt over handhaving via een last onder dwangsom.

Aantal waarschuwingen

De NAK gaf vorig jaar 88 waarschuwingen bij aardappelafvalhopen. Het aantal wisselt sterkt. In 2018 waren het 75 waarschuwingen, in 2020 zelfs 128. De regelingen vallen onder de teeltvoorschriften valse meeldauw & koprot en Phytophthora infestans waarover meer informatie is te vinden op de website van de NVWA.

Telers moeten komend teeltseizoen extra alert zijn op haarden van valse meeldauw. Dit heeft te maken met de hoge druk in 2021 en het kleiner wordende middelenpakket, waardoor beheersing van de schimmelziekte een steeds grotere uitdaging wordt.