5 vragen over oprichting ketenorganisatie voor schapenhouderij

Waarom een ketenorganisatie?

Met het afschaffen van de productschappen is een belangrijk instrument verdwenen om tot afstemming te komen tussen de verschillende partijen in de productieketens. Veel sectoren hebben daarom een ketenorganisatie opgericht, die gedeeltelijk de taken en de rol van de productschappen hebben overgenomen. Voor de schapenhouderij is er op 12 januari zo'n organisatie opgericht.

Wie doen hieraan mee?

De Stichting Ketenorganisatie Schapenhouderij Nederland (KOS) is begin dit jaar opgericht door de Vereniging van Slachterijen en Vleesverwerkende bedrijven, LTO, Vee & Logistiek Nederland en de Nederlandse Schapen- en Geitenfokkers Organisatie.

Wat doet KOS?

De activiteiten zijn gericht op alle schapen in Nederland die worden gehouden voor de productie van melk, vlees en/of natuurbegrazing. Ook de afzet van wol krijgt aandacht. De stichting wil de kwaliteit van productie, verwerking en afzet van alle door de schapenhouderij geproduceerde producten verbeteren. Door het als keten zelf op te pakken, krijgt de schapensector meer zeggenschap en kunnen zaken efficiënter worden aangepakt.

Wat zijn de eerste stappen?

De stichting werkt aan een eigen voorportaal om de identificatie en registratie (I&R) efficiënter te krijgen. Op dit moment werkt de I&R voor bedrijven met een managementsysteem goed. Bij andere ondernemers die alles rechtstreeks melden aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, ontstaan fouten. Dit maakt het I&R-systeem duur.

Het voorportaal werkt als een soort sluis die de fouten eruit haalt. Dit voorportaal moet daarmee ook de kosten voor het callcenter van de overheid verlagen, waar schapenhouders met vragen en fouten terechtkunnen. Dit callcenter wordt ieder jaar duurder, wat wordt doorberekend richting schapenhouders.

Wat zijn andere issues?

KOS wil werken aan innovaties, bijvoorbeeld om de wolf uit de kuddes te weren. De huidige flexnetten voldoen niet.

Verder zijn er met succes gesprekken gevoerd met het Rijksinstituut voor Volkgezondheid en Milieu, dat stelde dat lamsvlees qua CO2-footprint het meest vervuilende productiedier is. Dit is teruggedraaid. Volgens KOS-voorzitter Saskia Duives-Cahuzak werd er niet van uitgegaan dat schapen op marginale grond lopen.

Daarnaast wordt gewerkt aan de promotie van onder meer Nederlands schapen- en lamsvlees bij bijvoorbeeld de horeca.