Melkveehouder uit Vianen tevreden over grassneden

De melkveehouder merkte dit jaar dat de kwaliteit van het gras in de kuil goed was. Hij kuilde de eerste snede in rond 7 mei en de week daarna. 'Van die snede was de VEM-waarde wel 970, ruw eiwit 190 en suiker 100. Goede cijfers dus. De drogestofgehaltes liggen met 50 procent hoog dit jaar. De latere sneden hadden een VEM van 920 en ook 190 ruw eiwit. Ik ben daar dik tevreden over.'

Het jaar begon groeizaam. 'Daarna kregen we twee groeispurten: half juni en aan het eind van de zomer. Na een lange droogte volgde weer groei. Het herstelvermogen van het gras bleek hoog.' Van Rossum maait voor het kuilen liefst als er voldoende productie is. Bij de eerste snede zat hij gemiddeld op 3.500 kilo droge stof.

Mestgift

De goede groei van het gras in het voorjaar verklaart de melkveehouder uit de mestgift van koemest en runderdrijfmest gegeven op 17 maart. In de drijfmest zat net de hoeveelheid water die nodig was om een goede mineralisatie van de koemest te krijgen.

De koeien van Van Rossum halen overdag ongeveer 8 kilo droge stof uit grazen en krijgen 's nachts 7 kilo droge stof uit mais en kuilgras. Beregenen op gras doet de melkveehouder niet. Jaarlijks vernieuwt hij 10 procent van het grasland om te voorkomen dat kweek te dominant wordt op de klei en lichtere kleigrond in de uiterwaarden.

Raaigras

'Ik streef naar minimaal 60 tot 70 procent raaigras in het grasland.' Van Rossum rijdt af en toe door het land op zijn quad en bestrijdt dan zuring, distels en soms wat muur na een droge periode. De kaasboerderij doet al jaren aan kringlooplandbouw. Reststromen en mest krijgen op het eigen bedrijf een plekje.