PVL-onderzoeker: 'Bestrijding knolcyperus is maatwerk'

Knolcyperus bezorgt akkerbouwers in Nederlands- en Belgisch-Limburg behoorlijk wat hoofdbrekens. Het Belgische Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw (PVL) deelde onlangs de resultaten van diverse chemische en biologische bestrijdingsproeven. De conclusie: een effectieve bestrijding is perceels- en bedrijfsafhankelijk.

PVL%2Donderzoeker%3A+%27Bestrijding+knolcyperus+is+maatwerk%27
© Maartje van Berkel

PVL beproefde afgelopen jaar, op een proefperceel in het Belgisch-Limburgse Bree, diverse bestrijdingsmethoden om het woekeronkruid te lijf te gaan. Hierbij trekt het instituut samen op met de Ondernemersgroep Knolcyperus Limburg.

Onderdeel van de biologische bestrijdingsmethoden was onder meer een proef met anaerobe grondontsmetting. Daarnaast bekeken de aanwezigen een proef met elektrofysisch wieden, waarbij de knolcyperus wordt geëlektrocuteerd met een speciale machine.

De resultaten op het perceel in Bree waren echter niet om over naar huis te schrijven, gaf PVL-onderzoeker Shana Clercx toe. 'Doordat de machine tijdens de coronacrisis in Nederland stond en niet de grens over kwam, konden we deze pas inzetten toen de knolcyperus al flink was gegroeid. Hierdoor liepen we continu achter de feiten aan.' Sowieso moet er volgens Clercx meer kennis komen over de inzet van elektrofysisch wieden. 'Deze methode is relatief nieuw en er is nog weinig over bekend.'

De juiste methode voor bestrijding is bedrijfsafhankelijk

Shana Clercx, onderzoeker bij Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw



Goed werkprotocol nodig

Er is ook een proef uitgevoerd op een perceel in Weert, waar veel knolcyperus stond. 'Daar zagen we dat de knollen na de behandeling terugkiemden, met twee of drie spruiten per moederknol', zegt Clercx. 'In de knol is dus wel de nodige stress veroorzaakt en dat is op zich positief. Maar het is belangrijk dat er een goed werkprotocol komt.'

Daarnaast toonde de onderzoeker enkele kleinschalige proeven in een maisgewas. Hierbij werd de knolcyperus regelmatig gemaaid en werd op sommige plekken gras ingezaaid. Ook werd geëxperimenteerd met schoffelen tussen de rijen en het handmatig verwijderen van de knolcyperus in de rij.

'Vooral het tweewekelijks schoffelen bleek zoden aan de dijk te zetten. Hierdoor werd de knolcyperus tot wel 95 procent uitgeroeid', stelt Clercx. 'Maar deze aanpak is lastig op grote schaal uit te rollen. De belangrijkste conclusie voor akkerbouwers is dat uitputting van de grond helpt om knolcyperus te lijf te gaan.'


Kuilplastic en doorlatend gronddoek

Bij een andere proef werd gekeken naar het effect van het afdekken van de grond met kuilplastic en een dubbele laag doorlatend gronddoek. 'Kuilplastic zorgde voor een grote doding van het aantal moederknollen. Maar ik heb het gevoel dat deze afdoding vooral plaatsvindt in de bovenste grondlagen. Wat betekent dat je de knollen in de onderste lagen bij een grondbewerking toch weer naar boven haalt. Dit vergt nader onderzoek.'

Ook de resultaten van de chemische proeven werden onder de loep genomen. In totaal werden 24 spuitschema's met 5 verschillende werkzame stoffen getest in maispercelen. 'Nederlandse akkerbouwers hebben chemisch gezien minder mogelijkheden dan hun Belgische collega's', laat Clercx weten.


Frontier inzetten

'Mijn advies aan hen is om, bij een hoge knolcyperusdruk, Frontier in te zetten voor opkomst van het gewas. Voer vervolgens je normale onkruidbestrijding uit en daarna nog een onderbladbespuiting met bijvoorbeeld Callisto of Basagran, in combinatie met een uitvloeier.'


Diverse chemische en biologische bestrijdingsmethoden werden gedemonstreerd.
Diverse chemische en biologische bestrijdingsmethoden werden gedemonstreerd. © Maartje van Berkel

Belangrijk is om veel water te gebruiken, minimaal 400 liter per hectare, tipt Clercx. 'Ook is het cruciaal om deze correctietoepassing op het juiste moment uit te voeren. Knolcyperus succesvol chemisch bestrijden is een uitdaging.'


Verschillende keuzes

Dé juiste bestrijdingsmethode voor knolcyperus bestaat volgens de onderzoeker niet. Dit is bedrijfs- en perceelsafhankelijk. 'Sommige bedrijven willen snel resultaat en zijn bereid om fors te investeren in bestrijding. Zij kunnen dan bijvoorbeeld kiezen voor anaerobe grondontsmetting. Anderen gaan voor een meerjarige aanpak en zetten vooral in op chemische bestrijding, waarbij het langer duurt voordat je effect ziet. En is een perceel maar in beperkte mate aangetast door knolcyperus, dan is afgraven wellicht de beste optie. Het is een kwestie van maatwerk.'

Bestuurslid Giedo Indenkleef van de LLTB-regio Midden-Limburg onderschrijft dit. 'Een akkerbouwer zal opbrengstderving door knolcyperus doorgaans minder snel accepteren dan een veehouder. Dan komt een prijzige techniek als anaerobe grondontsmetting ook eerder in beeld. Maar je moet je ook realiseren dat een perceel dat is besmet met knolcyperus de helft van de verkoopwaarde verliest.'


Wettelijke kaders

Volgens Indenkleef maken de PVL-proeven ook duidelijk dat het lastig is om knolcyperus chemisch te bestrijden binnen de wettelijke kaders. Wel ziet hij potentie in het elektrofysisch wieden. 'Maar er moet eerst meer bekend worden over de juiste inzet van deze techniek. Wat is de juiste rijsnelheid, hoe vaak moet je deze techniek toepassen, wat is het ideale vochtgehalte van de grond, et cetera.'

De LLTB-bestuurder zegt dat het inzaaien van grasland de knolcyperus geen halt toeroept. 'Dat werd vroeger wel gezegd, maar niets is minder waar. In grasland gaat de verspreiding juist heel snel, doordat veel kleine knolletjes ontstaan.'


Anaerobe grondontsmetting: prijzig, maar effectief

Op het proefperceel van PVL wordt onder meer een proef uitgevoerd met anaerobe grondontsmetting, ontsmetting onder zuurstofloze omstandigheden. Hierbij worden gras en mais ondergewerkt en afgedekt met luchtdichte folie. De proef wordt uitgevoerd door Loonbedrijf Seelen uit Maasbree, dat een speciale machine ontwikkelde voor deze toepassing. 'Met deze aanpak, waarbij de folie zes weken op het perceel blijft liggen, worden bijna alle aanwezige onkruiden, schimmels, bacteriën en aaltjes gedood', vertelde eigenaar Wiel Seelen tijdens de bijeenkomsten. 'Het plastic op het perceel in Bree is op 13 juli gelegd. Het is dus nog te vroeg om concrete resultaten te melden. Maar uit eerdere ervaring en uit proeven van WUR weten we dat deze aanpak zeer effectief is. Het aantal knollen wordt met 99,8 procent gereduceerd.' Nadeel van deze bestrijdingsmethode is dat ook nuttige schimmels, bacteriën en aaltjes worden gedood. 'Daarom is het zaak de bodem na de behandeling weer in balans te brengen. Bijvoorbeeld door toevoeging van een speciaal granulaat met goede schimmels en bacteriën.' Er hangt wel een prijskaartje aan deze aanpak: de geschetste manier van anaerobe grondontsmetting kost circa 8.000 euro per hectare. 'Maar als je vervolgens drie jaar achter elkaar hoogwaardige gewassen kunt telen op het betreffende perceel, haal je deze kosten er snel weer uit', zegt Seelen. 'Daarbij: wanneer je vanwege besmetting met knolcyperus op zoek moet naar andere percelen, kost dat veel extra tijd en geld. Een ander voordeel is dat je minder gewasbeschermingsmiddelen nodig hebt, aangezien het gewas gezonder en vitaler is.'

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    14° / 7°
    70 %
  • Zaterdag
    14° / 7°
    70 %
  • Zondag
    15° / 5°
    50 %
Meer weer