Mest rijden mag. Maar is het al verstandig?

Mest mag vanaf 16 februari weer uitgereden worden. Op veel bedrijven zitten de mestkelders weer traditioneel vol. Menig boer houdt de de lucht, weerapps en percelen voortdurend in de gaten. Kan de mest al het land op? Het antwoord is vaak nog 'nee'.

Mest+rijden+mag%2E+Maar+is+het+al+verstandig%3F
© Twan Wiermans

Bij melkveebedrijf Nicolaes in het Zuid-Limburgse Klimmen zijn ze er helemaal klaar voor. Begin deze week werd de zodenbemester geïnspecteerd door Jean Nicolaes. Enkele hooggelegen percelen in het Limburgse heuvellandschap zijn deze week bemest. Op de lager gelegen percelen gaat het nog niet.

'Het gras schreeuwt om mest, maar we beginnen langzaamaan dit jaar', vertelt vader Jack Nicolaes. 'Waar de draagkracht het toelaat, gaan we erop. Op andere percelen strooien we eerst de kunstmest. Het gras groeit al.'

Draagkracht

Elk jaar is anders. Volgens Wim Bussink van het Nutriënten Management Instituut (NMI-Agro) in Wageningen beperkt de draagkracht dit jaar het vroeg uitrijden van mest. 'Niet iedereen kan kiezen. Als de mestopslag vol is, moet je wat. Kies dan de meest draagkrachtige percelen. Maar als het enigszins kan, is het verstandig te wachten met de dierlijke mest.

Het is zonde als je de stikstof kwijt raakt door overvloedige neerslag

Wim Bussink, Nutriënten Management Instituut

'Als je de bodem stuk rijdt, heb je nog lang last van structuurschade. Dat kost jarenlang opbrengst. Bovendien ligt het risico op mestafspoeling naar het oppervlaktewater hoger. Dus zorg voor voldoende mestopslagcapaciteit.'

Met de kunstmeststrooier kan je eerder het land op. Maar ook dat kan beter nog even wachten. Sturen op een bodemtemperatuur van 8 graden Celsius voor de eerste kunstmestgift is volgens Bussink geen goed idee. Die temperatuur werd dit jaar half januari al bereikt.

Weinig invloed bodemtemperatuur

'De trend om te focussen op bodemtemperatuur begon een jaar of zes geleden. Uit meerdere proeven blijkt echter dat bodemtemperatuur heel weinig invloed heeft op het realiseren van een hoge stikstofbenutting.'

Kijk in ieder geval goed naar de neerslagverwachting, adviseert Bussink. 'Niet alleen een paar dagen vooruit, maar minstens een week. Als er binnen een week meer dan 25 millimeter regen valt, gaat dat ten koste van de stikstofbenutting. De stikstof spoelt dan uit of af en je mist behoorlijk wat eiwitopbrengst.'

Het NMI ontwikkelde in 2006 in opdracht van Productschap Zuivel het adviesmodel RE-gras (re-gras.nl). Daarmee kan gestuurd worden op een gewenst ruweiwitgehalte en een hoge stikstofbenutting. Het juiste strooimoment en kunstmestgift wordt bepaald op basis van onder meer de T-som, grondsoort, bodemvruchtbaarheid, de 10-daagse regenverwachting en de geplande stikstofgift met mest.

Kunstmeststrooier binnen houden

Het lijkt dit jaar beter om de kunstmeststrooier nog even binnen te houden vanwege de regen die in het verschiet ligt. 'Tot begin maart wordt nog veel neerslag verwacht, maar dat kan daarna natuurlijk helemaal anders zijn. Het is zonde als je de stikstof kwijt bent door de overvloedige neerslag.'

Voor de eerste snede adviseert Bussink om meststoffen met meer dan 75 procent ammonium te gebruiken. Dat zorgt voor hogere opbrengsten omdat meststoffen met meer ammonium minder uitspoelingsgevoelig zijn. Na de eerste snede verdient KAS de voorkeur. 'KAS heeft een minder verzurende werking.'

Gedeelde kunstmestgift

Bussink ziet niet zoveel voordeel in het opdelen van de kunstmestgift. 'Als je op een perceel zowel drijfmest toedient als kunstmest strooit, heb je al stikstofdeling. Alleen op percelen waar geen dierlijke mest komt, kan een gedeelde gift van meerwaarde zijn. Maar dat is zeldzaam.'

Melkveehouders doen er verstandig aan om de kunstmestgift af te stemmen op de dierlijke mestgift. Voor een zo goed mogelijk resultaat van de kunstmestgift is het van belang dat ook het kali- en fosfaatadvies goed wordt opgevolgd. Dus niet overal dezelfde mestgift. Op zandgronden is de zwavelvoorziening een aandachtspunt.

De temperatuurkaart van Nederland.
De temperatuurkaart van Nederland. © NMI

De module RE-gras van NMI is eigenlijk een uitbreiding van het 'traditionele' advies op basis van alleen de temperatuursom (T-som) dat als sinds de jaren '60 gegeven wordt. De T-som is de som van de gemiddelde etmaaltemperaturen na 1 januari, waarbij negatieve etmaaltemperaturen niet meetellen. Het NMI heeft de gegevens van 40 jaar T-somadvies gebruikt en die gecombineerd met weerdata.

'Waar vroeger vooral gestuurd werd op het realiseren van een vroege eerste snede, is het advies nu gericht op een goede stikstofbenutting en het realiseren van een gewenst ruw eiwitgehalte', stelt Bussink.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    10° / 4°
    30 %
  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer