Dierenwelzijn in onderhandelingen CETA

Dat stelt minister Sigrid Kaag van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingsamenwerking mede namens landbouwminister Carola Schouten in schriftelijke antwoorden op Kamervragen. De vragen waren afkomstig van Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren.

Volgens Kaag worden op de EU-markt enkel producten toegelaten die voldoen aan alle Europese productstandaarden op het gebied van plant- en diergezondheid, voedselveiligheid en etikettering. Ze geeft ook aan dat het zeer beperkt mogelijk is om importeisen te stellen op grond van dierenwelzijn. Daarbij speelt voor Canada dat een groot aantal dierenwelzijnseisen op regionaal niveau worden vastgesteld. Op nationaal niveau wordt bijvoorbeeld de Pig Code of Practice aangehouden.

Hierin staat volgens Kaag ook dat in Canada op 1 juli 2024 de groepshuisvesting voor zeugen verplicht wordt gesteld, iets wat in Nederland als sinds 2013 geldt. De minister stelt dat ook op andere vlakken binnen CETA gesprekken zijn over dierenwelzijn.

Zo is in december 2018 door de covoorzitters van het CETA Regulatory Cooperation Forum gesproken over langeafstandstransport van dieren in Canada. Als gevolg hiervan wordt volgende maand in Canada de regelgeving rond dierenwelzijn en diergezondheid tijdens het transport aangescherpt. De getransporteerde dieren worden regelmatig gecontroleerd om ondervoeding, uitdroging en uitputting te voorkomen.

Voor een aantal producten die mede door andere eisen rond dierenwelzijn kwetsbaar zijn, worden tariefquota ingevoerd. Zo gelden voor kippenvlees, kalkoenvlees, eieren en eiproducten geen vrije tarieven en zijn zuivel, varkensvlees, rundvlees, bizonvlees, verwerkte garnalen, bevroren kabeljauw, tarwe en ingeblikte mais beschermd via tariefquota.