520.000 leerlingen krijgen fruit, maar ook groenten op school

Waarom bestaat het schoolfruit- en groenteprogramma?

In Nederland eten kinderen gemiddeld 102,5 gram fruit per dag en 79 gram groente, terwijl de aanbevolen hoeveelheid varieert van 150 tot 200 gram fruit en 100 tot 200 gram groente, afhankelijk van de leeftijd. Met het programma wil Brussel de consumptie van groente en fruit bij kinderen in de EU bevorderen en ze aanleren om gezond te eten.

Hoeveel scholen doen hieraan mee?

In Nederland ontvangen 3.026 basisscholen in Nederland twintig weken lang drie keer groente en fruit per week. Het gaat dan om in totaal om 519.908 leerlingen. Dit is een record. De regeling bestraat sinds 2007.

Hoe steekt het programma in elkaar?

Basisscholen, en voor het eerst dit jaar ook scholen voor voortgezet speciaal onderwijs, kunnen zich inschrijven voor de regeling. Erkende leveranciers kunnen een subsidie krijgen voor het leveren van het fruit en de groenten aan deze scholen. Zo'n erkenning wordt voor twee jaar gegeven. Voor de schooljaren 2019-2020 en 2020-2021 hadden dertien bedrijven zich gemeld. Door loting zijn de acht leveranciers, het maximale aantal dat kan meedoen, aangewezen. Zij kopen de producten in en leveren ze aan de scholen. Voor het schoolprogramma is een totale subsidie van 6,78 miljoen euro beschikbaar. Dit komt neer op 0,23 euro per portie.

Worden nog eisen aan het fruit en de groente gesteld?

Ja, ze moeten van kwaliteitsklasse I, vers en onbewerkt en voor directe consumptie geschikt zijn. Daarnaast mogen ze geen toegevoegde suiker, zoetstoffen, vet en zout hebben. De porties wegen minimaal 70 gram bij een minimaal gewicht van 300 gram per week. Overigens zijn de groenten nieuw in de regeling: op zijn minst 20 procent van de producten moet groente zijn. Brussel heeft dit beslist om de groenteconsumptie extra te stimuleren.

Zijn er nog aanvullende eisen aan het programma?

Met de regeling wil de Europese Commissie ook de kennis over groente en fruit onder kinderen vergroten. Daarvoor bestaan aanvullende activiteiten waaraan de deelnemende scholen moeten meedoen. Daartoe kunnen bezoeken van de kinderen aan tuinbouwbedrijven behoren. Op een speciaal portaal vinden de scholen lesmateriaal over groente en fruit, zoals de startles EU-Schoolfruit, maar ook voor bijvoorbeeld tijdens het eten van schoolfruit en -groenten.