Even grote melkproductie met minder voer

Kruislingdieren van Holstein met Montbéliarde en Zweeds roodbont doen qua productie niet onder voor de zuivere Holstein. En voor die productie hebben de kruislingen 5 procent minder voer nodig.

Dat blijkt uit een nieuw onderzoek van de Universiteit van Minnesota. Hiervoor werden gedurende tien jaar kruislingen volgens het Procross-principe vergeleken met zuivere Holsteins. Het was al bekend dat kruislingen met Zweeds roodbont en Montbéliarde het beter doen op vruchtbaarheid en overlevingspercentage na de eerste lactatie, en dat ze minder doodgeboren kalveren hebben. Dat heeft de California-kruisingsproef uitgewezen in 2007.


Maar qua productie in kilo's vet en eiwit zijn deze kruislingen de mindere, concluderen de onderzoekers van de Universiteit van Minnesota. Daardoor ligt het dagelijkse inkomen vanuit de melkproductie enkele procenten lager dan bij de Holsteins.

Dagelijks voordeel

Als je het hebt over dagelijks voordeel, waarbij ook de doodgeboorte en de levensduur zijn meegenomen, doen de kruislingen het 4 tot 5 procent beter. Dit laat professor Les Hansen van de Universiteit van Minnesota weten. Hij begeleidde deze proef.

De lichtere Procross-koeien hebben minder onderhoudsvoer nodig

Giovanni Bittante, professor Italiaanse universiteit in Padova

Volgens zeven melkveehouders, die hun veestapel kruisen volgens het Procross-systeem, is de Californië-kruisingsproef niet compleet. 'Er zou onvoldoende rekening zijn gehouden met de gezondheidsaspecten', zegt Hansen. 'Reden om de gezondheidskosten in de nieuwe proef wel mee te nemen.'

Terwijl in deze proef de gezondheidskosten bij de Holsteins in de eerste lactatie met 43 dollar per koe niet al te hoog liggen, stijgen deze in de tweede en derde lactatie fors. Zo komen de gezondheidskosten in de derde lactatie rond de 100 dollar, oftewel 88 euro, te liggen. Dieren uit de eerste kruising komen op 19 dollar minder uit, de driewegkruisingen zitten zelfs 28 dollar lager.

Koeien blijven langer lopen

Daarbij blijven de dieren langer lopen. Zo is het aantal dieren dat op het bedrijf doodgaat bij zowel de eerste als de tweede kruising 4 procent lager, ten opzichte van de Holsteins. Daarbij blijven 13 procent meer eerste kruislingen en 9 procent meer tweede kruislingen langer dan 45 maanden op het bedrijf dan Holsteins.

Hansen: 'Gemiddeld blijven de dieren 153 dagen langer lopen. Dit heeft een enorme impact op het bedrijfsresultaat.' Mede als gevolg van de langere levensduur ligt de levensproductie in kilo's vet en eiwit van de eerste kruising 1 procent hoger. Maar bij de volgende generatie lag deze weer 1 procent lager.

In de nieuwe proef blijkt, mede als gevolg van het dichter bij elkaar liggen van de melkproductie, dat de kruislingen het beter doen. 'Op basis van de dagelijkse winst doen de eerste kruisingen het 0,47 dollar beter dan de 3,74 dollar van hun Holstein-stalgenoten. De tweede kruislingdieren doen het op hun bedrijf 0,34 dollar beter dan de 3,95 dollar van hun stalgenoten', legt Hansen voor.

Studie naar voeropname

Een opmerkelijke studie tijdens dit onderzoek was die naar de voeropname van de koeien. Op de Amerikaanse universiteitsboerderij werd de voeropname bijgehouden van de Holsteins en zuivere kruislingen. 'Hieruit kwam naar voren dat de Procross-dieren 4,8 procent minder droge stof opnamen in de eerste lactatie, tegen 6,5 procent in de tweede en derde. Opvallend is dat er geen verschil is tussen vet- en eiwitproductie. De koeien zijn efficiënter.'

Die efficiëntie is goed nieuws voor de methaanproductie, volgens professor Giovanni Bittante van de universiteit van het Italiaanse Padova. 'Meer ruwvoer betekent immers ook meer methaanuitstoot', stelt hij. 'Doordat de kruislingen beter in conditie zijn dan de Holsteins, wordt meer energie opgeslagen. Dat maakt ze stabieler bij een negatieve energiebalans. En doordat ze lichter zijn, hebben ze minder onderhoudsvoer nodig dan de Holsteins en stoten ze minder methaan uit.'

Extra onderzoek naar vertering vezelrijk voer
De Universiteit van Minnesota doet binnenkort onderzoek naar het verschil in voeropname en vertering tussen Holstein- en Procross-koeien. Bij twee groepen van 46 dieren wordt gekeken naar de voeropname in de eerste 150 dagen van de lactatie. Daarbij wordt een standaard total mixed ration (tmr)-rantsoen gevoerd met 46 procent ruwvoer en een rantsoen met weinig koolhydraten en veel vezels. Dit rantsoen bevat 59 procent ruwvoer. Professor Les Hansen verwacht dat de Procross-koeien bij dat laatste rantsoen via de melk meer vet en eiwit produceren. Daarmee zou dit ook zorgen voor een hoger inkomen in relatie tot de voerkosten, dan met Holsteiners.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    12° / 4°
    30 %
  • Zaterdag
    17° / 7°
    70 %
  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
Meer weer