Kuhn komt met machinenieuws voor Agritechnica

Op het vlak voederwinning heeft Kuhn de PZ-fronttrommelmaaiers vernieuwd, die in Geldrop worden gebouwd. Het design van deze maaiers heeft meer uiterlijke overeenkomsten met de GMD-frontmaaiers die het bedrijf bouwt in een van zijn fabrieken in Frankrijk. De frontmaaier is er met werkbreedtes van 2,70 en 3,05 meter.

De dubbele rotorharken met zowel midden- als zijafleg zijn er nu in smallere uitvoeringen en de brede 13131-vierelements hark van Kuhn is er nu als 'boerenhark' zonder Isobus-aansturing. Daardoor is bijvoorbeeld een hoger toerental van de buitenste rotors niet meer mogelijk. In basis is de eenvoudige GA13031 dezelfde machine als de GA13131, maar dan dus minder luxe.

Van de gedragen GMD-maaiers introduceerde Kuhn een nieuwe, vereenvoudigde variant met zijophanging en werkbreedtes van 2,80 tot 3,5 meter. Ze vouwen voor transport verticaal achter de trekker.

Voermengwagens

Behalve op het gebied van voederwinning was er ook voermengwagennieuws en vooral ook nieuws over grondbewerking en zaaien. De Optimer-serie schijveneggen heeft Kuhn naar boven toe uitgebreid en dan te weten dat de breedste Optimer+ al 7,5 meter breed werkte.

Nu is er de Optimer L met werkbreedtes van 9 en 12 meter. De machines zijn nog altijd binnen 3 meter te transporteren. De nieuwe Optimers hebben twee rijen schijven met een diameter van 530 millimeter. De werkdiepte is in te stellen door op twee hydraulische cilinders de uitslag te beperken met sensoren. De druk op de schijven wordt per element van het chassis geregeld.

Triltandcultivatoren

Op het gebied van de Prolander-triltandcultivatoren richt Kuhn zich juist op het kleinere segment met de gedragen 100R-serie met werkbreedtes van 4, 5 en 6 meter. Het frame van de cultivator heeft een bodemvrijheid van 60 centimeter. De cultivator is gebouwd voor trekkers met een vermogen van 25 tot 35 pk per meter werkbreedte. Er zijn twee soorten tanden beschikbaar: een rechte tand en een ganzenvoet.

Twee jaar geleden introduceerde Kuhn een voermengwagen met drie verticale vijzels. Voor deze grote voermengwagens heeft de fabrikant nu een traploze transmissie voor de vijzelaandrijving geïntroduceerd, zodat minder trekkervermogen nodig is om de vijzels op te starten als de wagen al deels is geladen.

Traploze emissie

Kuhn slaagde erin een traploze transmissie te ontwikkelen waarin wordt vertraagd dankzij een overbrenging die deels mechanisch en deels hydraulisch is. De transmissie kent een automatische modus waarbij deze zelf aan de hand van het koppel het vijzeltoerental aanpast tijdens het laden.

Is er meer kracht nodig om het voermengsel in beweging te houden, dan vertragen de vijzels. Bij het lossen verhoogt de transmissie het toerental automatisch tot vijftig omwentelingen per minuut om te zorgen dat er geen voer op de vijzel blijft liggen.

Rondebalenpersen

Bij de rondebalenpersen is er nu de FB3135 met net- en foliebinding. De FB is een vastekamerpers. Bij deze combinatie kon al worden geswitcht tussen net- en foliebinding van de baal. Kuhn-persen met 'twin-reel' wikkelen de balen met twee folierollen van 75 centimeter in plaats van met een enkele lange rol. Voordelen: er is minder voorstrek nodig om de stretch te bereiken en dat scheelt folie.

Rondebalenpersen met variabele perskamers worden in Nederland niet veel verkocht, maar in Geldrop wel gebouwd. In andere landen is de variabele baaldiameter wel gewild. De nieuwe VB7190 zou 30 ton per uur kunnen verstouwen. De pers snijdt met 14 of 23 messen en zou 140 kilo stro in een kubieke meter moeten kunnen persen. In vier seconden zou een geperste baal worden gelost.

Vierkantebalenpersen

Onder de kappen van de nieuwe vierkantebalenpersen valt het vliegwiel op. De drie kleinste persen hebben ook het 485 kilo zware vliegwiel van de 1290iD-pers gekregen. Buiten het design is er nu een loadsense-hydraulisch systeem.