RFC: vertel het ons als je over middel twijfelt

De Nederlandse zuivelsector monitort breed op allerlei mogelijke stofjes in de melk. 'Dat doen we al heel lang', zegt Jan-Willem ter Avest, woordvoerder bij FrieslandCampina. 'Door de fipronilaffaire hebben we onze werkwijze tegen het licht gehouden, maar die hoefde niet te worden aangepast.'

Mocht een melkveehouder melk leveren die verboden stoffen bevat, dan ligt er bij de zuivelcoöperatie een draaiboek klaar. 'Hoe we dan handelen, hangt af van de situatie. Maar we hanteren onder alle omstandigheden ruime veiligheidsmarges. De volksgezondheid en veiligheid van producten staan altijd voorop', zegt de woordvoerder.

'Foqus, het kwaliteitsprogramma van FrieslandCampina, stelt hoge eisen aan het gebruik van diergeneesmiddelen. Als veehouders zich houden aan de richtlijnen van Foqus, komen er geen residuen in de melk.'

Ter Avest raadt melkveehouders aan om, als ze een middel aangeboden krijgen, altijd navraag te doen bij fabrikant of leverancier. 'Vraag of er ongewenste stoffen in het middel aanwezig kunnen zijn. Of dat er residuen in de melk kunnen komen.'

Middel aanmelden

Kan de fabrikant of leverancier dat niet beantwoorden of twijfelt hij, dan raadt RFC aan om het middel niet te gebruiken. Bij twijfel kan de melkveehouder een middel ook altijd aanmelden bij een van de adviseurs.

Ter Avest: 'Onze kwaliteitsmedewerkers kunnen de fabrikant of leverancier vragen een risico-analyse te laten uitvoeren bij een onafhankelijke partij.'

Melkveehouders doen er volgens hem goed aan om hun leveranciers op hun aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid te wijzen. 'Natuurlijke middeltjes lijken door deze betiteling erg onschadelijk, maar het zegt niets over de veiligheid.'