Veelal vier grassnedes in plaats van zes

De aanhoudende droogte legde de grasgroei op menig melkveebedrijf compleet stil. Veel boeren konden na de tweede snede niets meer oogsten. 'Al zijn de verschillen per regio, of zelfs binnen een regio, erg groot', aldus Inez Sinia, woordvoerder bij Eurofins Agro.

De droogtestress is volgens haar al goed zichtbaar in de voorjaarskuilen. 'Die hebben veel eiwit en minder energie. Deze combinatie zorgt voor uitdagingen. We zien dat de voorjaarskuilen vaak traag verteerbaar zijn, ondanks het hoge ruweiwitgehalte. Door de droogte is het gras verhout, dat staat een goede benutting van deze kuilen in de weg.'

• Lees ook: Verschillen in oogst nog nooit zo groot

Zomerkuilen vallen mee

Wat dat betreft vallen de zomerkuilen nog mee. De voederwaarde is lager, zoals gewoonlijk in de zomer. Sinia: 'De verschillen met andere jaren zijn dus niet groot.'

De najaarskuilen zijn bijzonder eiwitrijk. Abbink: 'Veel kuilen halen een ruweiwitgehalte van 20 procent. Door lage energiewaarden is dit gras wel moeilijker te benutten.'

Grote schade aan zoden

De schade aan de zoden is her en der groot. Nieuwe graslandpercelen herstellen het snelst. Bij grasmatten in droge gebieden zoals de Achterhoek en Brabant gaat dit traag. De zode begint weer groen te worden, maar het is volgens Abbink niet genoeg om de achterstand in grasproductie in te halen.

Zoals het er nu naar uitziet zullen veel veehouders, ondanks een najaarssnede, circa 30 procent minder gras oogsten. 'Ze moeten het veelal doen met vier grassnedes in plaats van zes. En qua opbrengst zijn dat niet eens volwaardige grassnedes', zegt Abbink.