Kamervragen over areaal blijvend grasland

In de vergroeningseisen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) is opgenomen dat het areaal blijvend grasland in Nederland maximaal 5 procent mag dalen ten opzichte van het referentiejaar 2012. Wordt het meer, dan moet de overheid de boeren aanvullende maatregelen opleggen.

Tijdens een recent Kamerdebat suggereerde Van Dam dat er weinig aan de hand is. Hij zei onder meer: 'Het meeste grasland dat wordt omgeploegd in Nederland, wordt vervolgens opnieuw met gras ingezaaid. Dat doet dus geen afbreuk aan de areaaleis.'

Uitspraak klopt niet

De PvdD wijst de bewindsman er op dat zijn uitspraak niet klopt. Opnieuw ingezaaid grasland valt niet meer in de categorie blijvend grasland. Kamerlid Ouwehand vreest dat de maximale afname van 5 procent wel eens snel bereikt zou kunnen zijn.

Ze vraagt de staatssecretaris nu of hij de beloofde monitoring van het areaal blijvend grasland heeft opgestart. Volgens Ouwehand is dat nodig om goed in beeld te krijgen of Nederland wel of niet voldoet aan de voorwaarden van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.

Vraag naar maatregelen

De Partij voor de Dieren wil van Van Dam informatie over de precieze daling van het areaal blijvend grasland sinds 2013. Daarbij informeert Ouwehand ook naar de maatregelen die het kabinet zal nemen als blijkt dat de grens van 5 procent is overschreden.