Plantversterkers geven weinig verschil

Die conclusie trekt de vakgroep Bomen en Vaste planten van LTO Nederland na een proef met plantversterkende middelen.

In navolging van de demo bij Kwekerij Maarten Bloemen in 2015, is dit seizoen aandacht besteed aan het gebruik van plantversterkende producten in stek van wortelrotgevoelige boomkwekerijgewassen.

Oppotten

In de demo zijn in het vroege voorjaar behandelingen uitgevoerd in beworteld stek van Pieris, Azalea, Vaccinium en Buxus. Na een behandelingsperiode van 6 weken zijn de planten opgepot (Pieris, Azalea, Vaccinium).

Doel hierbij was om te bekijken of er een effect te zien was op de ontwikkeling van de opgepotte gewassen. Over het algemeen waren er weinig verschillen te zien.

Stress

Tijdens de oppotwerkzaamheden kunnen de gewassen enige stress ondervinden. Door toepassing van de plantversterkende producten zou deze stress verminderd kunnen worden. In Vaccinium leek een klein verschil zichtbaar te zijn voorafgaand aan het oppotten, echter de gewasontwikkeling werd weer snel gelijk getrokken.

Het gebruik van plantversterkende producten en de meerwaarde die het kan bieden in de boomkwekerij blijkt telkens weer erg afhankelijk van het gewas en het doel van de behandeling.

Toepassing

Plantversterkers bevatten vaak bestanddelen zoals aminozuren, zeewierextracten, nuttige schimmels en/of bacteriën. Elk van deze bestanddelen heeft een bepaald doel en het is dus ook van groot belang te weten wat er in een product zit en of dit past bij het doel van de toepassing.

Toepassing van dergelijke producten op een moment dat de plant het niet nodig heeft zou ook een negatief effect kunnen hebben, het is van belang dat een kweker hier ook bij stilstaat.