Meer pluimvee- en varkenshouders breiden uit

Tijdens de jaarlijkse telefonische inventarisatie van Agridirect zijn zo'n 4.200 Nederlandse varkenshouders en pluimveehouders telefonisch benaderd met vragen over bedrijfsactiviteiten, toekomstplannen en investeringsplannen.

Dalende lijn percentage uitbreiders lijkt gekeerd

In de afgelopen drie jaar is het percentage uitbreiders afgenomen onder de varkens- en pluimveehouders. Dit jaar lijkt het tij, met een lichte toename, te zijn gekeerd. De vleeskuikenhouders hebben de meeste uitbreidingsplannen (25,4 procent).

De overige pluimveehouders (van onder andere opfokhennen, slachtkuikenmoederdieren, kalkoenen, enzovoorts) zijn het minst van plan om uit te breiden (9,8 procent).Van de vleesvarkenhouders en fokzeugenhouders hebben respectievelijk 18,1 procent en 19,1 procent uitbreidingsplannen.

Lichte toename 'stoppers'

Op 7,2 procent van de varkens- en pluimveebedrijven denkt men aan stoppen. In 2015 was dit 6,2 procent. Hiermee wordt de stijgende lijn die afgelopen jaar werd ingezet, doorgetrokken. Ten opzichte van 2014 is het percentage 'stoppers' zelfs meer dan verdubbeld.

Het stopperspercentage is het hoogst onder de vleesvarkenhouders (9,8 procent) en het laagst onder de leghennenhouders (3,3 procent).

Minder opvolgers dan vorig jaar

Er staan dit jaar minder opvolgers klaar om het stokje over te nemen op de Nederlandse varkens- en pluimveebedrijven (32,2 procent) dan in 2015 (36,2 procent). Het percentage opvolgers komt vrijwel overeen met 2014. Op 18,9 procent van de bedrijven is de opvolger reeds in het bedrijf werkzaam.