Elf nieuwkomers op rassenlijst voor mais

Pieter StokkermansHier was het vooral Limagrain dat met vier rassen veel inbrengt. Naast de bekende benamingen als LG 31.211, LG 31.218 en LG 30.215 is ook Asgaard van deze Franse kweker. Dit ultravroege ras is voor een regionale markt, zoals in Nederland.
De naamgeving met de cijfers is de internationale naamgeving, waarbij het deel achter de punt staat voor het FAO-getal, een maat voor de vroegheid van een ras. Omdat er al een 30.211 en 30.218 is, wil Limagrain met LG 31.211 en LG 31.218 een ‘nieuwe generatie’, een opvolger, van die rassen introduceren. Een woordvoerder laat weten dat de oude rassen ook gewoon beschikbaar blijven.

Allrounder

Van DLF uit Kapelle is Milkstar een goede debutant. Net als bij andere nieuwkomers zijn hier niet alle eigenschappen nu al bekend. Wel is Milkstar in dit segment met 110 een topper qua plantlengte en scoort goed op zetmeelgehalte bij 35 procent droge stof.
Ook Farmezzo van FarmSaat geeft een massaal gewas met 108 voor plantlengte.
De laatste debutant is Kompetens van KWS. Dit iets minder massaal ras scoort goed op zomerlegering en stengelrotresistentie. Het ras is ook nieuw bij de rassen voor korrelmais en corn cob mix. Ook hier is het een allrounder met een prima drogestofopbrengst in de korrel (34 procent). Ook debuteert hier Genialis KWS. Dit ras scoort iets beter op oogstbaarheid en iets minder op vochtgehalte.
Bij de middenvroege en middenlate rassen zijn er drie nieuwelingen. Zo komt KWS met Juvento, op planteigenschappen een topper met een hoog drogestofgehalte en een goed zetmeelgehalte bij de oogst.
EuroCORN komt met Fenizia, dat met 105 voor plantlengte massaal is en mede hierdoor goed scoort in de drogestofopbrengst. Ook SY Fanatic van Syngenta komt voor het eerst in de aanbevolen rassenlijst voor. Dit ras scoort eveneens op plantlengte en builenbrandresistentie en is daarnaast een topper op VEM-opbrengst.

Green snap

Het Europees maisrassenonderzoek door DLV Plant nam dit jaar voor het eerst ook ‘green snap’ mee, waarbij de plant op ongeveer 1 meter hoogte omknakt. Bij dit onderzoek onder Nederlandse praktijkomstandigheden wordt een aantal door veredelaars uit heel Europa ingebrachte rassen onderzocht. De waarnemingen op de proefvelden vormden daarbij de basis. ‘We hadden dit jaar veel zomerlegering, terwijl ook green snap is geconstateerd’, stelt Gert Veldhorst van DLV Plant.
Zo werd op het veld in Dronten bij meer dan 50 procent van de planten zomerlegering vastgesteld. Dit maakte dat deze locatie ongeschikt was om metingen aan te verrichten. ‘Gelukkig hadden we nog een reserveperceel. Hierdoor kunnen we bij calamiteiten toch één proefperceel laten vervallen en alsnog voldoende meetgegevens hebben.’
De gegevens rond green snap zijn onder meer afkomstig van het veld in Halle, waar begin juli een storm heerste. De meeste rassen bleken goed te scoren op dit vlak. Enkel Gottardo KWS zit met een 5,5 op het randje van onvoldoende. Bij lage waarderingscijfers heeft zomerlegering en/ofgreen snap invloed op de uiteindelijke opbrengst en voederwaarde.
Volgens Veldhorst spelen bij het wel of niet omknakken van de planten overigens meer zaken dan enkel de genetica. ‘Green snap is grillig in voorkomen. Er zit bijvoorbeeld al verschil in het feit of mais met de windrichting mee is gezaaid, of hier haaks op staat. De haaks gezaaide mais knakt om, terwijl er met de wind mee geen enkel probleem is. Ook is het groeistadium bij het moment van de storm van belang bij het wel of niet knakken.’