Fries dames-trio beschermt weidevogels

Janke Bosma in Boksum, Jinke Kuperus in Wirdum en Wies van der Meer in Lekkum, ze beschermen in drie gebieden rond Leeuwarden de weidevogels met hart en ziel. Het zit heel diep bij de dames. Meestal is weidevogelbescherming een mannelijke aangelegenheid maar hier zijn het vooral de vrouwen die de dienst uitmaken.

Met Jinke ('ljip') Kuperus aan de zuidkant van de stad is het niet veel anders. Als enige vrouw in Fryslân vond zij ooit het eerste kievitsei en bood het in 1981 aan de toenmalige commissaris van de Koningin Hedzer Rijpstra.
Wies van der Meer heeft nooit zo in de publiciteit gestaan, maar was daarom niet minder waardevol. In de Bullepolder ten noorden van Leeuwarden, bij de finish van de Elfstedentocht lag haar nazorggebied. Ze woont er midden in en daar weten alle weidevogels zich veilig. Echtgenoot Oene houdt de kraaien en ander gespuis kort zodat ze niets hebben te duchten. Nou ja…?

Boerendochters

Als je met deze drie vrouwen om de tafel zit, kom je er al snel achter dat ze weten waarover ze praten. Jinke en Janke zijn beide boerendochters en gingen al op hun vijfde met 'heit' (vader, red.) het land in. Vader was ook een liefhebber van weidevogels –die waren er toen nog in overvloed– en bracht zijn dochter de eerste beginselen van het kievitseieren zoeken bij. Het werd hen als het ware met de paplepel ingegeven.
Dat kwam op latere leeftijd goed van pas. Als ze niet met die deskundigheid was groot gebracht, had Jinke natuurlijk nooit het eerste kievitsei van Friesland kunnen vinden. Mannen gingen haar altijd voor in dat streven.
Wies is op latere leeftijd actief met weidevogels bezig gegaan. Zij was er in 1955 - en toen vijftien - bij dat een vriendje 'zomaar' een ei op raapte. Dat heeft haar zo gefascineerd dat ze dacht: 'dat wil ik ook!' Het heeft haar nooit weer losgelaten.

Rovers

Over de resultaten van het afgelopen broedseizoen oordelen de vrouwen heel verschillend. Jinke telt nog slechts één paartje kieviten, vier paartjes grutto's en twaalf paar wilde eenden in haar nazorggebied en die laatste is het slecht vergaan. Een verwilderde kat spoorde hun nesten op in een ruige slootkant en haalde de eieren allemaal naar boven door er met zijn scherpe hoektand een gaatje in te prikken. Zodoende had poeslief natuurlijk meer vat op het gladde ronde ei in zijn bek. Een plaatselijke jager heeft de rover geliquideerd.
Beter was het gesteld in het aangrenzende plas-dras gebied van Staatsbosbeheer. Daar wemelt het volgens Jinke Kuperus nog van alle soorten weidevogels en het zijn in haar ogen dit soort gebieden die nog perspectief bieden. 'Als elke boer achter op zijn land zo'n nat hoekje had, zouden wij nazorgers bijna overbodig zijn.'

Plas-dras

Daar is Janke Bosma het volledig mee eens. Ook zij zwaait met haar helpers vanuit de plaatselijke vogelwacht de scepter over zo'n gebied tussen Boksum en Schettens. Door een open landschap slingert de Tsjonge (zie kader), een brede sloot en voormalige slenk als overblijfsel van de vroegere Middelzee tussen Leeuwarden en Bolsward. Als een soort lagune ligt aan die Tsjonge een perceel weiland dat permanent onder water staat. Het is een eldorado voor alle weidevogels die in de directe omgeving broeden en daarna met hun jongen ook onmiddellijk het natte gebied opzoeken, want daar is eten in de vorm van insecten. En rust. Ook lepelaar, kluut, zomertaling en bergeend worden er regelmatig gespot.
Janke Bosma was eerder actief op de landerijen van de biologische boer Cuperus 'Maar daar zit niks meer'. De nieuwe rondweg om Leeuwarden heeft ontzettend veel vernield. Boer Teake Cuperus is om die reden zelfs verhuisd. 'Het is mijn landschap niet meer', gaf hij als reden. Hij roemt echter nog wel de inzet en uitermate grote deskundigheid van zijn vroegere nazorger. Janke Bosma heeft nu dus een paar kilometer verderop een nieuw domein ontdekt waar enorme mogelijkheden liggen.

Kob en kraai

Het regelmatig maaien van de weilanden is voor Wies van der Meer bij Lekkum ook het grootste probleem. De boeren zijn over het algemeen wel van goede wil, maar besteden het maaiwerk uit aan loonbedrijven die een strakke planning hanteren en het werk ook heel vaak 's nachts verrichten. 'Dan weet je wel hoe het de vogels en andere dieren zal vergaan. Ze eindigen hun reis in de kuilbult.'
Een ander opvallend verschijnsel is volgens haar de grote aanwezigheid van kobben (zilvermeeuwen), kraaien en roeken, die alles afstruinen en niets onberoerd laten. Janke Bosma klaagt ook steen en been over het grote aantal wezels, hermelijnen en bunzing. Wat deze marterachtige rovers, samen met de blauwe reigers en ooievaars vernielen, is met geen pen te beschrijven.

Tekst en foto's: Marten van Kammen

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    11° / 1°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
  • Dinsdag
    10° / -1°
    20 %
Meer weer