‘Paratbc blijft merkwaardige ziekte’

Bijna 80 procent van de geitenbedrijven kampt met paratuberculose. Geiten kunnen daardoor vermageren, minder melk geven of een ruw haarkleed krijgen. Het beheersen van de ziekte is essentieel, weet geitenhouder Ad Bink.

Mariska Bloemberg-van der Hulst‘Paratuberculose is en blijft een merkwaardige ziekte. De incubatietijd loopt uiteen van zes maanden tot vijf jaar. Je kunt de dieren wel testen, maar je krijgt vaak een negatieve uitslag, ook als ze de bacterie bij zich dragen’, zegt Bink. Hij is geitenhouder in Raamsdonk en melkt vijfhonderd geiten. ‘Pas bij stressvolle situaties kan de ziekte zich openbaren. Hoe jonger het dier is, hoe zieker het wordt.’
Bink had zeventien jaar geleden al paratbc onder zijn dieren. Hij ruimde zijn koppel en kocht nieuwe geiten aan. Helaas bleken daar ook besmette dieren tussen te zitten. ‘Tien jaar geleden zagen we met enige regelmaat een ziek dier, de laatste jaren maar een enkeling. Zieke geiten eten minder, geven minder melk en teren helemaal in, tot de dood erop volgt.’
Paratuberculose wordt veroorzaakt door een bacterie die hoofdzakelijk via de bek wordt opgenomen. Deze bacterie nestelt zich graag in het laatste deel van de dunne darm, maar kan overal in het lichaam worden teruggevonden.
‘Gemiddeld vertonen geiten twee tot vier jaar na het oplopen van de besmetting de eerste ziekteverschijnselen’, vertelt Karianne Lievaart-Peterson, dierenarts kleine herkauwers bij de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD).
‘Door de ontsteking van het laatste deel van de dunne darm ontstaat een verminderde darmfunctie. Ondanks een goede eetlust zie je de dieren vermageren, de melkproductie neemt af en ze krijgen een dorre vacht en schilferige huid.’
In tegenstelling tot runderen wordt de typische waterdunne diarree met belletjes bij geiten zelden waargenomen. Vooralsnog is de aandoening niet te genezen. Uiteindelijk sterven de meeste besmette dieren vroegtijdig.

Vraag om onderzoek

Vanuit de geitensector nam de vraag naar paratuberculose-onderzoek toe. Bij de GD Veekijker en via directe contacten werden aan de GD steeds vaker vragen gesteld over de aanpak van paratuberculose in de melkgeiten- en schapenhouderij. Er bleek dus behoefte aan meer kennis en begeleiding op het gebied van paratuberculose.
Daarom startte de GD in 2011 het project ‘Paratuberculose in de melkgeitenhouderij’. ‘Hierbij speelden basale vragen zoals: Komt het veel voor? Zijn de voor rund gebruikte testen geschikt voor geiten? Kun je op je bedrijf iets aan paratuberculose doen en zo ja wat?’, zegt Lievaart.
Het project heeft ook programma’s opgeleverd waarmee geitenhouders de ziekte kunnen aanpakken, dit onder de slogan ‘Op de hoogste tree voor paratbc’. ‘De aanpak is een combinatie van hygiënemaatregelen, vaccinatie en het opsporen en verwijderen van besmette dieren. Dit laatste kan op georganiseerde wijze binnen het Paratuberculose Programma Schaap Geit.’

Drie statussen

Geitenhouders kunnen individuele melkmonsters van dieren, ouder dan twee jaar, laten onderzoeken op antistoffen. Het Paratuberculose Programma Schaap Geit kent drie statussen. Status A geldt voor bedrijven waar geen paratuberculose is aangetoond. Status B is voor besmette bedrijven waar dieren met afweerstoffen zijn afgevoerd. Status C is er voor besmette bedrijven waar de dieren met afweerstoffen niet zijn afgevoerd of een deel van de dieren volgens steekproef is getest.
Volgens Lievaart is het een enorme opgave om vrij te worden van paratuberculose. ‘Gezien de zeer lange incubatietijd, massale verspreiding en het vele voorkomen is beheersing het sleutelwoord. Dat kun je doen door de dieren die besmet zijn op te sporen en te verwijderen. Daarmee verlaag je de besmettingsdruk.’
De bedrijven die vrij van paratuberculose zijn, doen er volgens de dierenarts verstandig aan om alles op alles te zetten om vrij van de ziekte te blijven. Hierbij is insleep het grootste risico. Wederom zijn hygiënemaatregelen, maar ook periodieke toetsen belangrijk.
Ook Bink doet er alles aan om hygiënisch te werken. Hij bouwde een speciale opfokafdeling, zodat de lammeren gescheiden zijn van de volwassen dieren. Ze blijven hier totdat ze hoogdrachtig zijn. ‘Gescheiden opfok is een must. Anders dweil je met de kraan open.’
De geitenhouder haalt de lammeren meteen na de geboorte weg bij hun moeder. Hij legt de lammetjes in kunststof kratten met stro die op een kruiwagen staan. ‘Vergelijk het een beetje met een couveuse. De lammetjes worden daarna direct naar de lammerafdeling gebracht.’
In de opfokstal draagt Bink aparte bedrijfskleding en schoeisel. Hij plaatste bij de ingang van deze stal een balk op 20 centimeter hoogte. ‘Dat balkje waar je overheen moet stappen, is een hulpmiddel om mezelf en bezoekers te dwingen om aparte bedrijfskleding en schoeisel te dragen.’
De Brabantse geitenhouder wil over twee jaar, als hij een nog vitaler koppel geiten heeft, instappen met het Paratuberculose Programma Schaap Geit van de GD. ‘Daarna wil ik bij honderd geiten bloed laten tappen en vervolgens een plan van aanpak opstellen. Mijn doel is om in de toekomst een paratbc-onverdacht of vrijstatus te behalen.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    12° / 3°
    30 %
  • Zaterdag
    17° / 7°
    70 %
  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
Meer weer