Geen financiële stimulans voor akkerrand

Kruidenrijke akkerranden leveren veel op, vooral voor de biodiversiteit en voor het landschap. Maar als boeren er geen vergoeding voor krijgen van de overheid of vanuit de markt, zullen er weinig randen komen. Een aantal regelingen liep tot dit jaar, vanuit de gedachte dat het EU-landbouwbeleid een stimulans zou zijn voor akkerbouwers om ermee door te gaan. Maar dat is nauwelijks het geval.

Geen+financi%C3%ABle+stimulans+voor+akkerrand
© Lilian Pruissen

Kruidenrijke akkerranden zorgen voor meer biodiversiteit, bleek uit de resultaten van Bloeiend Bedrijf. Bovendien zorgen ze ervoor dat boeren wat minder hoeven te spuiten tegen insecten. Want nuttige insecten die in die randen huizen, vreten veel schadelijke insecten op in de naast liggende gewassen. Drie kwart van de deelnemende boeren aan Bloeiend Bedrijf heeft daarom minder gespoten tegen insecten. Ze spoten minder vaak insecticiden, ze spoten een selectiever middel, dat wel duurder is, maar de nuttige insecten spaarde, of ze spoten een stuk langs de rand helemaal niet. Dit werkt het beste in aardappelen en granen. Het werkt niet in pootaardappelen omdat dat gewas een nultolerantie heeft voor luizen. Want dan is er geen eten voor de natuurlijke bestrijders.
Bloeiend Bedrijf heeft de deelnemende akkerbouwers veel kennis opgeleverd over insecten in hun gewassen en de belagers daarvan.
Maar als er voor die randen geen vergoeding is, vanuit de markt of van de overheid, dan zullen weinig akkerbouwers ze inzaaien. Want de besparing op gewasbeschermingsmiddelen staat in geen enkele verhouding tot de kosten van de randen. Bovendien kost het de akkerbouwers meer tijd omdat ze goed moeten monitoren hoeveel schadelijke en hoeveel nuttige insecten er huizen in de randen en in de gewassen naast die randen.
En als de loonwerker de bespuitingen uitvoert is het makkelijk om bij een andere bespuiting ook een insecticide erbij te gieten in de spuittank. Want het kost meer als na zorgvuldig monitoren blijkt dat de loonwerker nog een keer apart moet komen om het insecticide te spuiten.

Wie betaalt?

De vraag is welke partijen willen investeren in de randen. “Waar leg je de rekening neer voor een ander productiesysteem”, vroeg Raboman Bas Rüter. “De maatschappelijke waarde van je product moet zo ver mogelijk in de keten meerwaarde krijgen”, stelde hij.
Floris van Kuijk van Vogelbescherming Nederland vond het ‘logisch’ dat akkerbouwers bij de verplichte vergroening niet kiezen voor akkerranden, maar voor de oplossing die hen de minste moeite en geld kost, dat zijn vooral de vanggewassen.
Kees Lever van het ministerie van Economische Zaken (EZ) erkende dat de vergroening van het landbouwbeleid geen stimulans is voor akkerranden. “De uitkomst is een resultaat van veel compromissen.” Volgens hem hebben bedrijfsleven en overheid een gezamenlijke verantwoordelijkheid om de handschoen nu op te pakken.
Van Kuijk en Lever waren het eens dat er ook een verantwoordelijkheid ligt bij de supermarkten, voor het vermark-ten van biodiversiteit. Henk Heinhuis van Veldleeuwerik stelde dat de supermarkten de grote bottleneck vormen. “Zonder hen gaat het niet lukken. Maar die profileren zich nu vooral op prijs.”
Directeur Fred Wouters van Vogelbescherming Nederland stelde dat ook de gewasbeschermingsindustrie een taak heeft.
Hij sprak de boeren aan op hun vakmanschap. “Biodiversiteit is een kans voor goed vakmanschap. Wil je duurzame landbouw, die voor stedelijke bevolking geloofwaardig is, dan komt het aan op vakmanschap. Jullie vaders en grootvaders deden het al op die manier. Ik ben ervan overtuigd dat jullie vakmanschap dat gezorgd heeft voor hoge producties per hectare ook in staat is om te zorgen voor meer biodiversiteit.”

Uitermate hoopgevend

Enkele forumleden wezen erop dat akkerbouwers al stapje voor stapje minder middelen spuiten, vooral dankzij het gebruik van precisietechnieken zoals spuiten met gps en beslissingsondersteunende systemen, die hen adviseren over bespuitingen. Ko Francke van coöperatie CZAV en van Agrodis, de brancheorganisatie van leveranciers van gewasbeschermingsmiddelen, constateerde bij akkerbouwers ‘een enorme bereidheid’ om aan duurzaamheid te werken. CZAV en Agrodis zetten stevig in op kennisoverdracht over duurzame landbouw.
“Er zijn brede coalities nodig’, stelde Lever van het ministerie van EZ.
Volgens hem moet er ook meer geïnvesteerd worden in de goede onderzoeksvragen die akkerbouwers en andere partijen in de keten helpen om stappen verder te komen in kennis over de randen en de vermarkting ervan. Er zijn best fondsen beschikbaar. Hij wees de aanwezigen vooral op de middelen die het Rijk beschikbaar stelt voor de Topsectoren Agri & Food.
Het ministerie stopt de financiering van Bloeiend Bedrijf. Lever toonde zich niet bezorgd over de akkerranden. Hij baseerde dat op de motivatie bij alle betrokkenen en op de resultaten van
Bloeiend Bedrijf: “Ik ben niet pessimistisch. De wil is er bij de betrokkenen en de resultaten zijn uitermate hoopgevend.” Maar geld helpt wel.

Tekst: Peter van Houweling Foto: Lilian Pruissen

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    14° / 7°
    70 %
  • Zaterdag
    15° / 7°
    70 %
  • Zondag
    15° / 5°
    20 %
Meer weer