Liever geen status voor Ommerschans

Hardenberg en Ommen - Boeren rond de Ommerschans willen niet dat hun gebied de Werelderfgoedstatus krijgt. Ze vrezen beperkingen, lange procedures en extra kosten voor hun bedrijfsvoering.

‘Er zijn 42 boeren die met hun bedrijf in het beoogde werelderfgoedgebied komen te liggen’, zegt voorzitter Gerrie Kleene van de LTO Noord-afdeling Hardenberg.
‘En er komt een bufferzone rond het gebied. Als die net zo groot wordt als op het laatste kaartje dat ik heb gezien, krijgen waarschijnlijk nog eens 40 boeren te maken met beperkingen. In totaal gaat het om 1.325 hectare. Dat is een flink gebied met een grote groep belanghebbenden waar je rekening mee moet houden.’
Ze betwijfelt of er naar deze groep boeren wordt geluisterd. ‘Ik ben gewoon bang dat de gemeenten Ommen en Hardenberg de Ommerschans op de werelderfgoedlijst willen en dat men naar Unesco doodleuk aangeeft dat daarvoor draagvlak bestaat. Dat is namelijk een voorwaarde van Unesco. Maar gaat Unesco dat ook daadwerkelijk controleren?’
De LTO Noord-afdelingen Hardenberg en Ommen maken zich al geruime tijd druk over de mogelijke aanwijzing van de Ommerschans tot werelderfgoed, samen met vier andere Koloniën van Weldadigheid in Nederland en België. Binnen de andere vier gebieden bestaat er wel draagvlak voor aanwijzing, maar in Ommen en Hardenberg liggen de agrariërs dwars.
‘Alle gronden zijn hier, anders dan in de andere vier koloniegebieden, in particulier eigendom van de agrariërs’, zegt Kleene. ‘Ze zijn bang voor waardevermindering van de bedrijven en gronden na aanwijzing.’
De kwestie ‘werelderfgoed’ speeltal een paar jaar in Ommen en Hardenberg. In 2010 tekenden de colleges van beide gemeenten een intentieverklaring om samen met de vier andere Koloniën op de werelderfgoedlijst te komen. Dat gebeurde zonder medeweten van de landbouw en zonder een draagvlakpeiling onder de boeren.
‘Hierdoor is een proces in werking gezet waarbij geen bezwaar- en beroepsmogelijkheden voor de boeren in het gebied mogelijk is geweest’, stelt Kleene.
En bezwaren zijn er wel degelijk. De agrariërs in het gebied vrezen op termijn beperkingen in hun bedrijfsvoering, ook al legt Unesco die niet op en hebben de gemeenten aangegeven dat er geen aanpassingen in het bestemmingsplan komen.
‘Maar wie garandeert ons dat volgende colleges er ook zo over denken?’ vraagt Kleene zich af. ‘We lezen in de plannen ook dat het niet alleen gaat om behoud van het gebied maar ook om versterkingen daarvan.’
Als dat laatste realiteit wordt, vreest de landbouw verplichte vergroening met veel schaduwwerking, wegen waar geen groot landbouwverkeer meer over kan vanwege de aanplant van bomen, een minder optimale situering van nieuwe gebouwen, duurdere welstandseisen en een minder optimale verkaveling.
Onduidelijkheid is er ook over omvang en status van de bufferzone. Die moet ervoor zorgen dat er onbelemmerd uitzicht blijft op het werelderfgoed. ‘Maar mag je dan nog bouwen in deze zone? Mag er maïs of mogen er bloembollen worden verbouwd? Is er plek voor innovaties?’

Definitief

Eind maart beslissen de gemeenten over de bufferzone. Later volgt een beslissing over een definitieve voordracht. Daarbij laten de gemeenten zich adviseren door een klankbordgroep, waar ook LTO in zit.
‘Op ons verzoek, want eerst zat de landbouw daar niet. Ook al zoiets’, aldus Kleene. ‘Eigenlijk kunnen de gemeenten gewoon beslissen wat ze willen, ook al gaat dat ten koste van ons landbouwontwikkelingsgebied.’

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    11° / 1°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
  • Dinsdag
    10° / -1°
    20 %
Meer weer