10 procent stallen integraal duurzaam

Daarmee loopt dit aantal iets voor op de ambitie van de Nederlandse overheid. Die wil dat de veehouderij in 2023 integraal duurzaam is.

Voor eind 2013 is daarom beraamd dat 8 procent van deze stallen integraal duurzaam moet zijn. De 10,3 procent van 1 januari 2014 ligt hier ruim boven.

In totaal zijn nu 7.933 van de 77.103 stallen integraal duurzaam. De term 'integraal duurzaam' wordt geborgd door een subsidieregeling of een certificaat, zoals de Maatlat Duurzame Veehouderij, Milieukeur, biologisch of het Beter Leven keurmerk.

Kooiverbod

Vooral pluimveestallen zijn duurzaam gebouwd. Dit komt mede door het kooiverbod, dat in 2012 van kracht werd. Hier zijn 1.527 van de 4.691 pluimveestallen integraal duurzaam, oftewel 32,6 procent.

In de varkenshouderij zijn 3.300 van de 18.756 stallen integraal duurzaam, wat neerkomt op 17,6 procent. Vooralsnog zijn 3.106 van de 53.656 rundveebedrijven integraal duurzaam, oftewel 5,8 procent.

Dierplaatsen

Bij de scan van Milieukeur is ook gekeken naar het aantal dierplaatsen. Hieruit bleek dat op 1 januari 2014 12,8 procent van de runderen, 26,2 procent van de varkens en 30,6 procent van het pluimvee duurzaam worden gehuisvest.

Dit betekent dat bij rundvee en varkens de wat grotere bedrijven integraal zijn, terwijl de pluimveebedrijven wat kleiner zijn. Dit komt mogelijk doordat vleespluimveebedrijven vaak wat groter zijn dan de legbedrijven.