Invloed nieuw stro op champignonkwaliteit

Ieder najaar, als in de compost paardenmest wordt verwerkt met stro van het nieuwe oogstseizoen, is het voor de champignonkwekers weer oppassen geblazen. Meestal krijgen we van de compostleverancier van tevoren wel informatie over wat we kunnen verwachten. Maar tijdens het vullen van onze teeltcellen wordt de compost in deze periode extra goed beoordeeld op een aantal belangrijke parameters. Dat zijn structuur, vochtgehalte en de mate van doorgroeidheid.
De structuur heeft invloed op de vuldikte. Compost met nieuw stro heeft meestal meer volume dan compost met oud stro, en heeft daardoor in de regel een ‘groener’ karakter. Daardoor kan deze compost ook meer activiteit laten zien als de cel gevuld is. Voordat we starten met vullen, is er altijd overleg met de chauffeur van de compostauto over de structuur. De chauffeur weet namelijk uit ervaring hoe vol de laadbak is bij een bepaald tonnage.
Als we dat weten, kan de vuldikte op de vulmachine worden ingesteld. Gelukkig kunnen we het vulgewicht ook op de vulmachine aflezen, waardoor we weten hoeveel er per meter aan compost gevuld wordt. Dit is belangrijk, omdat we zo kunnen uitrekenen of we de cel met een bepaalde vuldikte vol krijgen of dat we compost overhouden en hierdoor te weinig compost per vierkante meter vullen.
Compost met weinig structuur vullen we het liefst met een droger vochtgehalte dan compost die ruig is. Het vochtgehalte van te natte compost kunnen we tijdens het vullen niet meer corrigeren: dan rest alleen de compost niet te vast aandrukken tijdens het vullen. Als de compost een laag vochtgehalte heeft, hebben we de mogelijkheid om tijdens het vullen water in de compost te sproeien en het eventueel wat vaster aan te drukken.
Het vochtgehalte bepaalt natuurlijk ook de hoeveelheid droge stof in het teeltbed, oftewel hoeveel ‘energie’ beschikbaar is om de champignons te laten groeien.
Het aantal dagen dat het champignonmycelium in de compost heeft gegroeid, is van groot belang voor de kwaliteit van de compost en daarmee ook voor de kwaliteit van de champignons.
De mate van doorgroeidheid bepaalt ook een groot gedeelte van het karakter van de compost tijdens het teeltproces. Compost met maar vijftien dagen mycelium-groei is veel actiever dan een compost met twintig dagen myceliumgroei.
Rest nog de keuze van de dekaarde tijdens het vullen. Ook dit natuurproduct bepaalt de kwaliteit en het teeltresultaat van je champignons. Het vullen van de cellen is een van de belangrijkste werkzaamheden op een champignonkwekerij. Gaat hier iets fout of niet naar wens, dan is dit niet meer te herstellen en moet je tijdens de teelt concessies doen, wat een ideale teelt lastig maakt.

Wim Janssen