Leden hebben veel vragen over PAS

Jacomien Voorhorst
Dat bleek deze week tijdens bijeenkomsten van LTO Noord in Arnhem en Raalte over de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Deze waren bedoeld om de bestuursleden van de afdelingen in Gelderland en Overijssel bij te praten over de PAS. Deze is inmiddels door Rijk en provincies ter inzage gelegd.
Door de invoering van de PAS wordt vergunningverlening gemakkelijk en is er bovendien weer ruimte voor ontwikkeling. Die is zelfs voldoende om de geplande groei van veehouders te faciliteren, zo bleek in Arnhem en Raalte. Maar de ruimte is niet voor iedereen even royaal voorhanden, vertelde projectleider Natura 2000 Jan Schuring van provincie Overijssel.
‘Bedrijven die zeer dicht bij een Natura 2000-gebied zitten, kunnen niet allemaal tegelijk opschalen. Van honderd naar vierhonderd koeien wordt lastig’, zei Schuring.
Hoe de verdeling van de beschikbare ontwikkelingsruimte zal zijn, is nog niet duidelijk. Daarbij gaan de provincies een verdeelsleutel hanteren. ‘Maar het zal niet zo zijn dat een bedrijf alle ruimte opsoupeert waardoor andere bedrijven niet meer kunnen ontwikkelen’, aldus Schuring.
Wel moet die verleende ontwikkelingsruimte ook binnen afzienbare tijd worden benut. ‘Het is geen reservering voor de toekomst’, benadrukte beleidsspecialist Gerbrand van ‘t Klooster van LTO Noord.

Interimmers

Door de PAS kunnen boeren die nu nog geen NB-wetvergunning hebben, die straks wel krijgen. Het betreft de zogenoemde ‘interimmers’. Zij kunnen een NB-vergunning krijgen voor het aantal dieren dat ze in 2012, 2013 of 2014 hadden. De ruimte binnen een eventuele milieuvergunning of omgevingsvergunning kan dan niet meer worden benut.
Ook boeren die hun stal in 2014 nog niet vol hadden, krijgen geen NB-vergunning om die stal toch vol te zetten. Over de exacte peildatum heerst overigens ook nog onduidelijkheid.