Groene deal Drenthe in de maak

Joost de la CourtDe overeenkomst wordt naar verwachting in februari ondertekend en moet ervoor zorgen dat een robuuste natuur kan samengaan met bedrijfsontwikkeling in de landbouw.
De realisatiestrategie zoals het programma is genoemd, lijkt een vervolg op het onlangs gesneuvelde provinciaal Groenmanifest. Het bundelt de opgaven die Drenthe krijgt te verwerken op het gebied van de afronding van het Natuurnetwerk Nederland (voorheen de EHS), de beheerplannen voor de Natura 2000-gebieden, de Kaderrichtlijn Water en de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS).
Voor de komende 12 jaar is een lijst opgesteld met projecten en maatregelen die kunnen worden uitgevoerd. Voorzitter Arend Steenbergen van LTO Noord Drenthe benadrukt dat het een dynamische lijst is. ‘Er kan gaandeweg nog het nodige in veranderen en alles gebeurt ook op basis van vrijwilligheid.’
Dat weer wordt gepraat over natuurontwikkeling in samenhang met bedrijfsontwikkeling in de landbouw is opmerkelijk. Een half jaar geleden botste LTO Noord Drenthe nog frontaal met Natuur en Milieufederatie Drenthe over de ontwikkelruimte voor de melkveehouderij en schorste de provincie de vergunningverlening voor veehouderijen.
De milieufederatie vond dat paal en perk moest worden gesteld aan die groei, omdat anders de biodiversiteit er te veel onder gaat lijden.

Invloed houden

Steenbergen zegt dat LTO Noord Drenthe toch weer praat met de natuurorganisaties, omdat zij wil voorkomen dat zij grip verliest op de lopende processen. ‘Het blijft een zakelijke afweging. Door straks te tekenen houden we invloed. Daarbij komt er geen nieuwe natuur bij, maar worden alleen eerder gemaakte afspraken afgerond.’
De LTO Noord-bestuurder beseft dat sommige onderdelen van de realisatiestrategie pijn kunnen doen bij individuele bedrijven. De hydrologische maatregelen in het kader van de PAS kunnen bijvoorbeeld een extra belasting betekenen voor bepaalde bedrijven bij natuurgebieden.
‘Tegelijk weten we dat we er als sector als geheel op vooruitgaan. Zo komt er door de realisatiestrategie bijvoorbeeld weer ruimte voor kavelruil.’
Het is geen gemakkelijke discussie, erkent Steenbergen. ‘We zijn er nog niet. We zijn het bijvoorbeeld wel eens over de daling van de achtergronddepositie, maar moeten bekijken wat lokaal dan nog kan.’