Vogelgriep: maatregelen beperkingsgebied

1. Het vervoer van alle soorten vogels en eieren van vogels, ongeacht hun gebruiksdoel, is verboden. Het doorgaand vervoer van deze dieren en eieren over een eventuele autosnelweg of spoorlijn door dit gebied zonder halt te houden om te laden of te lossen, is toegestaan. Ook is het toegestaan om consumptie-eieren te vervoeren vanaf bedrijven in het beperkingsgebied waar geen pluimvee wordt gehouden, zoals distributiecentra voor supermarkten.

2. Het vervoer vanuit en binnen het gebied van gebruikt strooisel en mest, zowel van gevogelte als gedomesticeerde zoogdieren, en het uitrijden ervan is verboden, tenzij het strooisel of de mest afkomstig is van gedomesticeerde zoogdieren van een landbouwbedrijf waar geen commercieel gehouden gevogelte aanwezig is.

3. Vanaf een bedrijf met gevogelte, hobbymatig of commercieel gehouden, is het vervoer van gedomesticeerde zoogdieren (waaronder in ieder geval worden begrepen runderen, varkens, schapen, geiten en paarden) in principe verboden. Dit verbod geldt echter niet voor het vervoer van in het woonhuis gehouden zoogdieren zoals een hamster of een hond. Vanaf een bedrijf zonder commercieel gehouden gevogelte mogen alle soorten gedomesticeerde zoogdieren, dus ook vee, worden vervoerd, mits geen contact met het hobbymatig gehouden gevogelte plaatsvindt en het vee niet naar een commercieel gevogeltebedrijf wordt vervoerd.

4. Jaarbeurzen en andere evenementen waarbij gevogelte van verschillende plaatsen bijeengebracht wordt, zijn verboden in het beperkingsgebied.

5. De afvoer van melk en de aanvoer van diervoeders op bedrijven met commercieel gehouden gevogelte, is slechts toegestaan indien er sprake is van rechtstreeks vervoer (dus niet van het ene pluimveebedrijf naar het andere) en de vervoermiddelen telkens volgens een door de minister goedgekeurd hygiëneprotocol worden gereinigd en ontsmet.

6. Het verplaatsen van vervoermiddelen, kennelijk gebruikt of bestemd voor het vervoer van gevogelte en gedomesticeerde zoogdieren, dierlijke producten of mest is niet toegestaan, tenzij de bestuurder van het vervoermiddel kan aantonen dat het een andersoortig vervoer betreft of het vervoermiddel een door de minister goedgekeurde reiniging en ontsmetting heeft ondergaan.

7. De toegang tot bedrijven waar gevogelte aanwezig is of normaliter wordt gehouden is voor bezoekers verboden, met uitzondering van het woonhuis of een boerderijwinkel of –camping of andere agrarische nevenactiviteit (zogenoemde andere bedrijfsgedeelten), mits fysiek afgescheiden van de vogelverblijfplaatsen. Een deugdelijke fysieke afscheiding betekent de aanwezigheid van een muur of een met platen opgetrokken wand en dergelijke. Afscheiding door middel van een lint of vergelijkbaar materiaal voldoet hier niet aan. Bepaalde categorieën bezoekers (zoals politie of medische hulpverleners) hebben onder omstandigheden wel toegang tot de vogelverblijfplaatsen. Ten aanzien van het personeel van de bedrijven geldt ook dat zij het bedrijf slechts mogen betreden als zij aan een aantal voorwaarden voldoen (artikel 6, derde lid).

8. Een bedrijf in het beperkingsgebied met commercieel gehouden gevogelte is verplicht alle contact tussen gevogelte en de op het bedrijf aanwezige gedomesticeerde zoogdieren te voorkomen door fysieke afscheidingen aan te brengen. Daarnaast dient een dergelijk bedrijf zich in te spannen de kans op contact met wilde vogels en hun uitwerpselen te minimaliseren. Voor de meest vogelsoorten betekent dat ophokken in een gebouw. Voor eenden, zwanen en ganzen, alsmede loopvogels is om welzijnsredenen deze ophokverplichting niet van toepassing.

9. In het beperkingsgebied is het verboden te jagen op wilde dieren, teneinde het opvliegen van wilde vogels te voorkomen.

· Volg de actuele berichtgeving via Dossier Vogelgriep