Ras bepaalt klein deel succes teelt

Of een teelt van gras of maïs succesvol is wordt maar voor een klein deel bepaald door de rassenkeuze. Dat kwam donderdag naar voren tijdens de Gras- en Maïsmanifestatie in Vredepeel.

Pieter StokkermansVeel ondernemers gaan voor een zo hoog mogelijke gewasopbrengst. Zeker met de uitbreiding van de veestapel wordt de voederwinning van goed eigen ruwvoer steeds belangrijker. Met de scherper wordende bemestingsnormen wordt dit steeds lastiger, weet ook Toine Heijmans van Agrifirm. ‘Ondernemers moeten daarom zo goed mogelijk met de teelt omgaan. Tijdens de manifestatie krijgen ze tips om die hoge opbrengst ook binnen te halen.’
Uit onderzoek blijkt dat 3 procent van een succesvolle maïsteelt wordt bepaald door de gewaskeuze. ‘Als ondernemer kun je wel een goed ras kiezen, maar daarmee is het succes nog niet verzekerd.’ Een gezonde bodem is met 15 procent veel belangrijker. Verder zijn passende bemesting en deskundige onkruidbestrijding elk met 10 procent ook essentieel.
Het is daarom goed om verder te kijken dan enkel het maïszaad. Toch speelt het zaad een belangrijke rol. ‘Wat is het teeltdoel? Massa of energie. In Zuid-Nederland gaat het vaak wat meer om massa, omdat het maïsaandeel in het rantsoen wat hoger is. In Noord-Nederland gaat een ondernemer vanwege het lage aandeel maïs in het rantsoen eerder voor een zetmeelrijke maïs. Die rassen zijn vaak ook vroeger’, merkt Heijmans.
Heijmans signaleert dat ook in Zuid-Nederland de vraag naar vroege rassen stijgt: ‘Zeker met de lagere bemestingsnormen wordt een goede maïsteelt belangrijker’, stelt hij.
‘Doordat vroege rassen eerder rijp zijn, is de kans op een succesvolle teelt van een vanggewas een stuk groter. Dit geeft een gezondere bodem met meer organische stof en nutriënten voor de volgende teelt.’

In de rij

Omdat de juiste bemesting essentieel is, is in Vredepeel ook een bemestingsproefveld aangelegd. Ook hier zijn de verschillen goed te zien.
Bij een tussentijdse opbrengstbepaling op juni varieerde de opbrengst tussen de 730 en 1415 kilo droge stof. Vooral de velden met drijfmest in de rij lieten goede resultaten zien. Dat geldt ook voor gewassen waarbij het zaad is gecoat met de I Seed-meststof, wat al jaren een succesfactor is.
‘Blijkbaar is het goed om de meststof dicht bij het zaad te hebben. Dit zijn wellicht ook alternatieven voor deelnemers aan derogatie, die geen fosfaatkunstmest mogen toedienen, hoewel I Seed wel iets fosfaat bevat’, schetst Heijmans.
Ook voor grasland is meer nodig dat het juiste grasmengsel, zoals het bemesten op maat. ‘Voor een eerste kunstmestbemesting in het voorjaar werd vaak uitgegaan van een T-som. Dat is achterhaald, het houdt geen rekening met koude nachten. Het is daarom beter om zelf de weide in te trekken om de bodemtemperatuur op 10 centimeter diepte te meten. Is die boven de 6 graden Celsius, dan komt de grasgroei op gang en kan kunstmest worden gestrooid. Wij publiceren die temperatuur overigens wekelijks op de site www.grasmonitor.com.’
Ook de bemesting komt steeds nauwer. Dat bleek ook weer dit jaar in de bemestingsproef. Over de eerste drie sneden was het verschil tussen de beste bemesting en de slechtste bemesting maar liefst 111 kilo ruw eiwit per hectare. Dit scheelt ruim 100 euro in de aankoop van sojaschroot. In Lelystad was het verschil zelfs 361 kilo ruw eiwit, wat neerkomt op 335 euro aan sojaschroot. ‘Zo is met de juiste bemesting vrij snel behoorlijke stappen te maken’, vat Heijmans samen.
Aanstaande donderdag is de Gras- en Maïsmanifestatie voor Noord-Nederland, in Marwijksoord.

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Woensdag
    10° / 3°
    50 %
  • Donderdag
    10° / 3°
    20 %
  • Vrijdag
    11° / 4°
    70 %
Meer weer