Stabiele graanmarkt met lagere prijzen

Haijo Dodde
‘De prijsvorming op de graanmarkt zal dit seizoen lager zijn dan we de afgelopen drie tot vier jaar gewend waren’, voorspelt graanmakelaar Richard Rolink van V&V Commodities.
‘Wereldwijd worden goede opbrengsten verwacht. Het aanbod biedt voldoende ruimte voor opbouw van graanvoorraden. Dat heeft zijn weerslag op de stemming op de markt.’
Rolink ziet de positieve prognoses van USDA (Amerikaanse ministerie van landbouw) van vorige week als een bevestiging voor het goede oogstjaar 2014. ‘Deze cijfers waren op de markt geen verrassing. Vandaar dat de noteringen ook nauwelijks reageerden.’
Met de grotere graanvoorraden gaat Rolink niet alleen uit van een lager prijsniveau, maar ook van minder volatiliteit op de graanmarkt dit seizoen. ‘We zien in de handel dat de verwerkende industrie en voerfabrikanten een afwachtende houding aannemen. Zij zien geen reden om hun behoefte aan grondstof voor een lange tijd in dekken.’
Volgens Rolink duidt deze houding op vertrouwen in de markt. Afnemers gaan ervan uit dat ze de premie die ze moeten betalen voor indekken op de lange termijn kunnen terugverdienen door handel op de dagmarkt.
Graantelers die willen speculeren op een hogere prijs, kunnen volgens Rolink het beste anticiperen op een tijdelijke krapte op de markt. Die kan bijvoorbeeld ontstaan in de periode na de oogst als het wachten is op de levering van de eerste graan uit bewaring.
Verder kunnen politieke spanningen in het Zwarte Zee-gebied tijdelijk gevolgen hebben voor de graanmarkt. ‘Tot nu toe vinden de granen uit het Zwarte Zee-gebied hun weg wel op de wereldmarkt. Mogelijk is er een verschuiving in exportlijnen, maar het effect daarvan zal vermoedelijk niet groot zijn. De graanhandel lijkt wat dat betreft op communicerende vaten.’

Geen paniek

Over het bericht dat de kwaliteit van tarwe in met name de Europese Unie tegenvalt is Rolink niet erg onder de indruk. ‘Er is zeker geen reden voor paniek en het zal niet leiden tot een groot prijsverschil tussen voertarwe en baktarwe.’ De kwaliteitsproblemen betreffen volgens Rolink met name Frankrijk.
Wel zijn in andere delen van Europa, onder meer in Duitsland, de eiwitgehaltes gemiddeld 1 procent lager ten opzichte van normale jaren. ‘De reguliere maaltarwe van 11,5 tot 12,5 procent eiwit en voldoende Hagberg-waardes is met echter uitzondering van Frankrijk volop beschikbaar.’
Rolink adviseert tarwetelers om niet te veel te speculeren op hogere prijzen voor bakwaardige tarwe. ‘Het prijsverschil loopt nu op tot 20 euro per ton. Volgens ons is dat absurd hoog. Vaak zie je in een jaar met iets mindere kwaliteit dat de industrie zich daarop instelt door in de verwerking meer hoogwaardige hulpstoffen te gebruiken. Het prijsverschil voor tarwe van verschillende kwaliteit zal daardoor alleen maar minder worden.’