‘Fabriek snel weer opbouwen’

Tienke WoudaMelkveehouder Bijma uit Gerkesklooster boert op 1,5 kilometer van de fabriek. Hij zag zwarte rookpluimen toen hij dinsdagochtend aan het maaien was. ‘Het brandde in volle hevigheid. Het was ineens donker. Dit is goed mis, dacht ik.’
Dagen later brandt de fabriek nog steeds. ‘Het is ontzettend triest. We zijn de vierde generatie die melk levert in Gerkesklooster, ik weet niet anders. Niet alleen boeren, ook burgers hebben een band met deze fabriek. FrieslandCampina is een grote en goede werkgever.’
Volgens LTO Noord Fryslân-voorzitter Geart Kooistra, die zelf ook melk levert aan de fabriek, is de fabriek van betekenis voor de omgeving. ‘De grote en mooie fabriek was een baken in het landschap. Een teken van een prachtige en gezonde landbouw. Voor de boeren een verlengstuk van hun eigen bedrijf.’
Bij de afdeling en LTO Noord Fryslân zijn tot nu toe nauwelijks vragen over de brand bij de fabriek binnengekomen. Mensen in de omgeving blijven kalm, ervaart Kooistra. ‘Dat heeft vooral te maken met de keurige communicatie van onder andere FrieslandCampina, gemeente Achtkarspelen en de brandweer.’

Geen hinder

Melkveehouders in de omgeving ervoeren geen hinder van de brand en konden hun werkzaamheden voortzetten. Tseard Veenstra uit Surhuizum ontdekte nog wel wat roetdeeltjes op het erf. ‘Stukken van 5 bij 5 centimeter. Ik heb gebeld met het noodnummer van gemeente Achtkarspelen. Na metingen kwam daaruit dat het om niet-gevaarlijke deeltjes ging.’
Melkveehouder Alex Datema uit Briltil was dinsdag de hele dag in touw om de brand te blussen in Gerkesklooster. ‘Het is de grootste brand die ik heb meegemaakt’, zei Datema. Hij werd tijdens het ontbijt opgepiept om naar de kazerne in Zuidhorn te gaan.
Bij de kazerne hoorde de melkveehouder dat het om de fabriek van FrieslandCampina ging. ‘Dat is een verschrikkelijk groot pand. Vuur is daar erg moeilijk tegen te houden.’
Hoewel Datema als brandweerman spreekt van een ‘mooie brand’, hield hij er als melkveehouder een beetje een vreemd gevoel aan over. ‘Negen van de tien keer ging mijn melk ernaar toe. Het is toch een beetje mijn fabriek, zeker in de tijd dat het nog om de zelfstandige De Twee Provinciën ging. Ik ben er altijd lid van geweest.’